BNB 2020/165
Zaak A-Fonds. Beantwoording prejudiciële vragen. Fonds voor gemene rekening. Doelvermogen
HR 24-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:115, m.nt. S.C.W. Douma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2020
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Loon, Fierstra, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
19/03341
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
S.C.W. Douma
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS239608:1
- Vakgebied(en)
Dividendbelasting / Algemeen
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2097, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2020
ECLI:NL:HR:2020:115, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:782, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑09‑2019
- Wetingang
Art. 10 Wet div.bel. 1965; art 2 en 3 Wet VPB 1969
Essentie
Zaak A-Fonds. Beantwoording prejudiciële vragen. Fonds voor gemene rekening. Doelvermogen
Samenvatting
Voortzetting zaak Hof ’s-Hertogenbosch, V-N 2017/57.9 en HvJ EU, BNB 2020/164c* (A-Fonds). Belanghebbende, A-Fonds, is een naar Duits recht opgericht en feitelijk in Duitsland gevestigd Spezial-Sondervermögen met één gerechtigde. Belanghebbende heeft verzoeken ingediend tot teruggaaf van dividendbelasting die is ingehouden op dividenden, uitgekeerd op aandelen in Nederlandse vennootschappen. Hof ’s-Hertogenbosch heeft de Hoge Raad verzocht duidelijkheid te verschaffen over vragen die verband houden met het geschil over de (eventuele) transparantie van belanghebbende voor fiscale doeleinden. Het Hof heeft daartoe acht prejudiciële ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.