Einde inhoudsopgave
Rijkswet op het Nederlanderschap
Artikel 22C [Last tot toevoeging]
Geldend
Geldend van 01-03-2017 tot 01-03-2027
- Bronpublicatie:
10-02-2017, Stb. 2017, 52 (uitgifte: 22-02-2017, kamerstukken: 34356)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2017, Stb. 2017, 67 (uitgifte: 28-02-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
1.
Bevoegd tot het geven van een last tot toevoeging aan het bevoegde orgaan, bedoeld in artikel 22B, vijfde lid, is de rechtbank respectievelijk het Gerecht van eerste aanleg, bedoeld in artikel 22A, eerste lid. Ingeval hoger beroep is ingesteld op grond van artikel 22A, vierde lid, is de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, dan wel de voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevoegd tot het geven van de last tot toevoeging.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent uitvoering van de artikelen 22A, 22B en 22C en de beloning van toegevoegde raadslieden en de vergoeding van hun onkosten.