JWWB 2023/39
Verzwegen onroerend goed in het buitenland. Aanvullende rechtspraak over het schattenderwijs vaststellen van de waarde van in onroerende zaken gebonden vermogen. Toetsen wetgeving in formele zin, zoals artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet, aan algemene rechtsbeginselen.
CRvB 13-12-2022, ECLI:NL:CRVB:2022:2745
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
13 december 2022
- Magistraten
Mrs. O.L.H.W.I. Korte, W.F. Claessens, G.M.G. Hink
- Zaaknummer
21/331 PW
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Sociale zekerheid bijstand (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2022:2745, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 13‑12‑2022
- Wetingang
Essentie
Verzwegen onroerend goed in het buitenland. Aanvullende rechtspraak over het schattenderwijs vaststellen van de waarde van in onroerende zaken gebonden vermogen. Toetsen wetgeving in formele zin, zoals artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet, aan algemene rechtsbeginselen.
Samenvatting
Appellant heeft aangevoerd dat hij redelijkerwijs niet kon beschikken over zijn aandeel in de woning. Deze beroepsgrond slaagt niet. De CRvB vult zijn vaste rechtspraak aan over het schattenderwijs vaststellen van de waarde van (verzwegen) onroerend goed. Ook indien alleen een betrouwbare waardebepaling heeft plaatsgevonden aan het eind van of na de te beoordelen periode moet de waarde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.