Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/55/EG betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 07-08-2001
- Bronpublicatie:
20-07-2001, PbEG 2001, L 212 (uitgifte: 07-08-2001, regelingnummer: 2001/55/EG)
- Inwerkingtreding
07-08-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-2001, PbEG 2001, L 212 (uitgifte: 07-08-2001, regelingnummer: 2001/55/EG)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
De tijdelijke bescherming loopt niet vooruit op de erkenning van de status van vluchteling zoals bedoeld in het Verdrag van Genève.
2.
De lidstaten passen de regeling inzake tijdelijke bescherming toe met inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en hun verplichtingen inzake het verbod tot uitzetting of teruggeleiding.
3.
Over de instelling, uitvoering en beëindiging van de regeling inzake tijdelijke bescherming wordt regelmatig overleg gevoerd met het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (hierna het UNHCR) en andere relevante internationale organisaties.
4.
Deze richtlijn is niet van toepassing op personen die vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn in het kader van regelingen inzake tijdelijke bescherming zijn opgevangen.
5.
Deze richtlijn doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om voor personen die tijdelijke bescherming genieten gunstiger voorwaarden vast te stellen en te handhaven.