Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.12 Naheffing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De inspecteur kan, indien de belasting die op aangifte behoort te worden voldaan of afgedragen niet of niet volledig is betaald, de niet of te weinig betaalde belasting naheffen.
2.
Met niet of niet volledig betaald zijn als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld het geval waarin, naar aanleiding van een gedaan verzoek, ten onrechte of tot een te hoog bedrag, vrijstelling of vermindering van inhouding van belasting dan wel teruggaaf van belasting is verleend.
3.
De naheffing geschiedt bij wege van naheffingsaanslag, die wordt opgelegd aan degene die de belasting had behoren te betalen, dan wel aan wie ten onrechte, of tot een te hoog bedrag, vrijstelling of vermindering van inhouding dan wel teruggaaf is verleend. In gevallen waarin ten gevolge van het niet naleven van bepalingen van de belastingwet door een ander dan de belastingplichtige, onderscheidenlijk de inhoudingsplichtige, te weinig belasting is geheven, wordt de naheffingsaanslag aan die ander opgelegd.
4.
De bevoegdheid tot naheffing vervalt door verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan of de teruggaaf is verleend.