RvdW 2015/103
Witwassen van al dan niet uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen
HR 16-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3618
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
12/04359
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3618, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑09‑2013
- Wetingang
Art. 420bis ; art. 33b Sr
Essentie
1. Het oordeel van de feitenrechter (inzake witwassen) dat geen sprake is van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit eigen misdrijf, is onbegrijpelijk indien
i) tevens een bewezenverklaring is uitgesproken ter zake van een ander misdrijf m.b.t. hetzelfde voorwerp, door middel waarvan de verdachte dat voorwerp kennelijk heeft verworven of voorhanden heeft, of
(ii) rechtstreeks uit de bewijsvoering voortvloeit dat sprake is van het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit eigen misdrijf, of
(iii) de juistheid in het midden is gelaten van hetgeen door de verdediging voldoende concreet is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.