Einde inhoudsopgave
Besluit voorlopige akten burgerlijke stand BES
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit van 19 januari 2001 ter uitvoering van artikel 19j, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (P.B. 2001, 13), zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
23-09-2010, Stb. 2010, 534 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerzaken / Burgerlijke stand
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Tot de aangifte van een geboorte is bevoegd de moeder van het kind.
2.
Tot de aangifte is verplicht de vader.
3.
Wanneer de vader ontbreekt of verhinderd is de aangifte te doen, is tot aangifte verplicht:
- a.
ieder die bij het ter wereld komen van het kind tegenwoordig is geweest;
- b.
de bewoner van het huis waar de geboorte heeft plaatsgehad, of indien zulks is geschied in een inrichting tot verpleging of verzorging bestemd, in een gevangenis of in een soortgelijke inrichting, het hoofd van die inrichting of een door hem bij onderhandse akte bijzonderlijk tot het doen van de aangifte aangewezen ondergeschikte.
4.
Voor een in het derde lid, onderdeel b, genoemde persoon bestaat de verplichting alleen indien een in dat lid, onderdeel a, genoemde persoon ontbreekt of verhinderd is.
5.
Wanneer de in het eerste tot en met het vierde lid genoemde personen ontbreken of nalaten de aangifte te doen, kan deze geschieden door een ieder die, naar het oordeel van degene die bevoegd is de voorlopige akte van geboorte op te maken, voldoende redenen van wetenschap heeft omtrent de geboorte.
6.
Degene die de voorlopige akte opmaakt stelt zo mogelijk de identiteit vast van de aangever.