Einde inhoudsopgave
Wet herverdeling wegenbeheer
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 04-11-1992
- Bronpublicatie:
29-10-1992, Stb. 1992, 563 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22476 Overheid.nl: 22476)
- Inwerkingtreding
04-11-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-10-1992, Stb. 1992, 563 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22476Overheid.nl: 22476)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Wegvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Provinciale staten stellen, uiterlijk acht weken voor de overgangsdatum, een herverdelingsplan vast.
2.
Het herverdelingsplan bevat:
- a.
de aanwijzing, voor zover dat krachtens de artikelen 4 en 5 noodzakelijk is, van de wegen die met ingang van de overgangsdatum in beheer overgaan, waarbij van elk van de in beheer overgaande wegen de oude en de nieuwe beheerder worden vermeld;
- b.
van elk van de krachtens onderdeel a aangewezen wegen een zodanige nadere aanduiding met zo nodig een kaart van de weg en met zo nodig een tekening van het dwarsprofiel dat duidelijk wordt
- 1.
tot welke grens het overgaande weggebied zich uitstrekt,
- 2.
welke onder de zorg van de oude beheerder vallende bijbehorende werken en bijbehorende voorzieningen voor het wegverkeer binnen de grens van het overgaande gebied niet onder de zorg van de nieuwe beheerder van de weg komen te vallen, en
- 3.
welke onder de zorg van de oude beheerder vallende bijbehorende werken en bijbehorende voorzieningen voor het wegverkeer buiten het overgaande gebied onder de zorg van de nieuwe beheerder van de weg komen te vallen;
- c.
de aanwijzing, voor zover dat krachtens artikel 6, eerste tot en met derde lid, noodzakelijk is, van de bruggen die met ingang van de overgangsdatum in beheer overgaan, waarbij van elk van de in beheer overgaande bruggen de oude en de nieuwe beheerder van de brug worden vermeld;
- d.
van elk van de krachtens onderdeel c aangewezen bruggen een zodanige nadere aanduiding met zo nodig een bijbehorende kaart en met zo nodig een tekening dat duidelijk wordt
- 1.
de begrenzing van het overgaande object,
- 2.
welke onder de zorg van de oude beheerder van de brug vallende bijbehorende werken en voorzieningen binnen de begrenzing van het overgaande object niet onder de zorg van de nieuwe beheerder van de brug komen te vallen, en
- 3.
welke onder de zorg van de oude beheerder van de brug vallende bijbehorende werken en voorzieningen buiten de begrenzing van het overgaande object onder de zorg van de nieuwe beheerder van de brug komen te vallen;
- e.
de aanwijzing, voor zover dat krachtens artikel 6, vierde lid, noodzakelijk is, van de tunnels die met ingang van de overgangsdatum in beheer overgaan, waarbij van elk van de in beheer overgaande tunnels de oude en de nieuwe beheerder van de tunnel worden vermeld, en waarbij voor de nadere aanduiding van de tunnel onderdeel d van dit lid juncto artikel 7 van overeenkomstige toepassing is;
- f.
van elk van de krachtens onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel c, onderscheidenlijk onderdeel e aangewezen wegen, bruggen en tunnels met overgaande bijbehorende werken en voorzieningen voor het wegverkeer een aanduiding van de onroerende zaken en van de rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen, voor zover die zaken en rechten toebehoren aan de oude beheerder en na de beheersovergang dienen over te gaan op de nieuwe beheerder.