Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld
Artikel 10 Voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2006
- Bronpublicatie:
20-12-2006, PbEU 2006, L 386 (uitgifte: 29-12-2006, regelingnummer: 1889/2006)
- Inwerkingtreding
30-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2006, PbEU 2006, L 386 (uitgifte: 29-12-2006, regelingnummer: 1889/2006)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Onverminderd artikel 14 komen de volgende organen en personen, die onafhankelijk optreden en aansprakelijk zijn, in aanmerking voor financiering uit hoofde van deze verordening voor de uitvoering van de in de artikelen 6, 7 en 9 bedoelde steunmaatregelen:
- a)
organisaties uit het maatschappelijke middenveld, zoals niet-gouvernementele organisaties en onafhankelijke politieke stichtingen zonder winstoogmerk, lokale organisaties en privaatrechtelijke organen, instituten en organisaties zonder winstoogmerk en netwerken daarvan op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau;
- b)
publiekrechtelijke agentschappen, instellingen en organisaties zonder winstoogmerk en netwerken daarvan op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau;
- c)
nationale, regionale en internationale parlementaire organen, wanneer dit nodig is om de doelstellingen van dit instrument te bereiken, tenzij de voorgestelde maatregel kan worden gefinancierd uit hoofde van een daaraan gerelateerd communautair instrument voor externe steunverlening;
- d)
internationale en regionale intergouvernementele organisaties;
- e)
natuurlijke personen, als dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.
2.
Andere dan de in lid 1 genoemde organen en personen komen, in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen in aanmerking voor financiering mits dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.