NJB 2021/3182:Onteigening. Vervolg op HR 4 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7691. Hoge Raad: 1. Waarde van het onteigende. Intuïtief inzicht. De deskundigen hebben overwogen dat tegenover een waardeverhogend effect een waardedrukkend effect staat. Het hof was kennelijk van oordeel dat de deskundigen aldus voldoende inzicht hebben gegeven in hun waardering. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Het gaat om een taxatie van een pand met een aantal onzekerheden, die tot op zekere hoogte is gebaseerd op intuïtief inzicht. 2. Geding na cassatie en verwijzing. Na cassatie en verwijzing mocht de gemeente het verweer voeren dat geen rente is verschuldigd over de periode na het eindvonnis.

NJB 2021/3182

Onteigening. Vervolg op HR 4 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7691. Hoge Raad: 1. Waarde van het onteigende. Intuïtief inzicht. De deskundigen hebben overwogen dat tegenover een waardeverhogend effect een waardedrukkend effect staat. Het hof was kennelijk van oordeel dat de deskundigen aldus voldoende inzicht hebben gegeven in hun waardering. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Het gaat om een taxatie van een pand met een aantal onzekerheden, die tot op zekere hoogte is gebaseerd op intuïtief inzicht. 2. Geding na cassatie en verwijzing. Na cassatie en verwijzing mocht de gemeente het verweer voeren dat geen rente is verschuldigd over de periode na het eindvonnis.

Documentgegevens:

HR 26-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1781

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 26 november 2021
Magistraten: Mrs. C.A. Streefkerk, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
Zaaknummer: 20/01443
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Civiel recht algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2021:1781, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:429, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2021
Wetingang: (art. 40 Ow; art. 424 Rv)

Essentie

Onteigening. Vervolg op HR 4 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7691. Hoge Raad: 1. Waarde van het onteigende. Intuïtief inzicht. De deskundigen hebben overwogen dat tegenover een waardeverhogend effect een waardedrukkend effect staat. Het hof was kennelijk van oordeel dat de deskundigen aldus voldoende inzicht hebben gegeven in hun waardering. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Het gaat om een taxatie van een pand met een aantal onzekerheden, die tot op zekere hoogte is gebaseerd op intuïtief inzicht. 2. Geding na cassatie en verwijzing. Na cassatie en verwijzing mocht de gemeente het verweer voeren dat geen rente is verschuldigd over de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.