Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Artikel 48
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
02-05-1992, Trb. 1992, 132 (uitgifte: 11-09-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1993, Trb. 1993, 203 (uitgifte: 31-12-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
De bepalingen van een Lid-Staat van de EG of een EVA-Staat betreffende het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren die niet onder bijlage XIII vallen, worden in hun rechtstreekse of zijdelingse uitwerking niet minder gunstig gemaakt voor de vervoerondernemers van de overige staten dan voor de nationale vervoerondernemers.
2.
Elke overeenkomstsluitende partij die van het in lid 1 vervatte beginsel afwijkt, stelt het Gemengd Comité van de EER daarvan in kennis. Indien andere overeenkomstsluitende partijen de afwijking niet aanvaarden, kunnen zij overeenkomstige tegenmaatregelen nemen.