Einde inhoudsopgave
Wet Mobiliteitsfonds
Artikel 6 Uitgaven en subsidies ten laste van het fonds
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2021, 96 (uitgifte: 26-02-2021, kamerstukken: 35426)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2021, Stb. 2021, 97 (uitgifte: 26-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Overheidsfinanciën / Begroting
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ten laste van het fonds komen de uitgaven ten behoeve van:
- a.
aanleg, verbetering, beheer en onderhoud en bediening van infrastructuur die door het Rijk wordt beheerd;
- b.
het inwinnen, bewerken en verspreiden van met onderdeel a samenhangende basisinformatie;
- c.
onderzoek ter voorbereiding van maatregelen of voorzieningen als bedoeld in onderdeel a.
2.
Uit het fonds kunnen subsidies worden verstrekt aan provincies, gemeenten, waterschappen, andere publiekrechtelijke rechtspersonen of privaatrechtelijke rechtspersonen ten behoeve van:
- a.
aanleg, verbetering, beheer en onderhoud en bediening van infrastructuur die door hen wordt beheerd;
- b.
onderzoek ter voorbereiding van maatregelen of voorzieningen als bedoeld in onderdeel a.
3.
Ten laste van het fonds kunnen tevens uitgaven en subsidies worden gebracht ten behoeve van:
- a.
maatregelen en voorzieningen waarmee wordt beoogd de doelmatigheid van het gebruik van infrastructuur, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of het tweede lid, onderdeel a, te vergroten;
- b.
onderzoek ter voorbereiding van maatregelen of voorzieningen als bedoeld in de onderdeel a.
4.
Ten laste van het fonds kunnen daarnaast uitgaven en subsidies worden gebracht ten behoeve van proefprojecten en experimenten gericht op maatregelen of voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, het tweede lid, onderdeel a, of het derde lid, onderdeel a.
5.
Ten laste van het fonds kunnen verder uitgaven en subsidies worden gebracht ten behoeve van aanleg, verbetering of beheer en onderhoud van infrastructuur buiten het Europese deel van Nederland, maar binnen Europa.
6.
Ten laste van het fonds komen voorts andere uitgaven in het kader van het bereiken van de doelen van het fonds.
7.
Uit het fonds worden geen uitgaven gedaan of subsidies verstrekt ten behoeve van:
- a.
aanleg, verbetering en beheer en onderhoud van een zee- of luchthaven;
- b.
zeehaven- en luchthaveninfrastructuur, behoudens infrastructuur ten behoeve van de ontsluiting van een zee- of luchthaven;
- c.
militaire doeleinden;
- d.
culturele doeleinden.