Einde inhoudsopgave
Kernenergiewet
Artikel 70
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
26-04-2016, Stb. 2016, 180 (uitgifte: 20-05-2016, kamerstukken: 34219)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2017, Stb. 2017, 312 (uitgifte: 19-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Een krachtens deze wet verleende vergunning is persoonlijk.
2.
Na het overlijden van een vergunninghouder blijft de vergunning gedurende vier weken van kracht ten behoeve van diens rechtverkrijgenden, die het bedrijf voortzetten, mits door of namens hen binnen een week na dit overlijden daarvan aan de Autoriteit kennis wordt gegeven onder opgaaf van de namen van hen, die het bedrijf voortzetten. Wanneer binnen deze vier weken een aanvraag om een nieuwe vergunning is ingediend, blijft eerstbedoelde vergunning verder van kracht totdat op die aanvraag onherroepelijk is beslist. Gedurende het van kracht blijven van de vergunning kan zij overeenkomstig de artikelen 19 tot en met 20a worden gewijzigd of ingetrokken.
3.
De vergunninghouder kan de vergunning geheel of gedeeltelijk aan een ander overdragen, indien daarvoor toestemming is gegeven door de Autoriteit. Aan de toestemming kunnen voorschriften worden verbonden.