Einde inhoudsopgave
Landsverordening Algemene Rekenkamer Curaçao
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 87 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt krachtens art. 2 van de Eilandsverordening vaststelling diverse landsverordeningen Curaçao tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
1.
Handhaaft de Algemene Rekenkamer haar bezwaar en houdt dit bezwaar in dat bepaalde verplichtingen, uitgaven of ontvangsten niet in overeenstemming met de landsbegroting of enige andere wettelijke regeling tot stand zijn gekomen, dan wordt, tenzij inmiddels daaromtrent een regeling naar genoegen van de Rekenkamer is getroffen, binnen drie maanden aan de Staten een ontwerp-landsverordening tot opheffing van het bezwaar gezonden.
2.
Als de Algemene Rekenkamer na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn niet van een zodanige indiening is gebleken, doet zij daarvan mededeling aan de Staten.
3.
Handhaaft de Algemene Rekenkamer bij haar eindbeslissing haar bezwaar en betreft dit een ander bezwaar dan bedoeld in het eerste lid, dan maakt zij daarvan melding in het verslag, bedoeld in artikel 37. Tevens kan zij daaromtrent een aantekening plaatsen bij de financiële verantwoording van het Land.
4.
De betrokken minister maakt in een aanvullende toelichting bij de financiële verantwoording zijn standpunt inzake het in het derde lid bedoelde bezwaar kenbaar aan de Staten.