WR 2014/142
Roerende zaken – insolventie: faillissement huurder; onrechtmatigheid; huur van roerende zaken; prejudiciële vraag aan Hoge Raad; is de huurprijs voor roerende zaken ook ex art. 39 FW laatste zin vanaf de dag der faillietverklaring boedelschuld?
Ktr. Leeuwarden 29-04-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:3656
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden)
- Datum
29 april 2014
- Magistraten
Mr. S.B. van Baalen
- Zaaknummer
2273398 \ CV EXPL 13-6204
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNNE:2015:1402, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden), 17‑03‑2015
ECLI:NL:RBNNE:2014:3657, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden), 08‑07‑2014
ECLI:NL:RBNNE:2014:3656, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden), 29‑04‑2014
- Wetingang
(art. 39 Fw; art. 6:162 BW)
Essentie
Roerende zaken – insolventie: faillissement huurder; onrechtmatigheid; huur van roerende zaken; prejudiciële vraag aan Hoge Raad; is de huurprijs voor roerende zaken ook ex art. 39 FW laatste zin vanaf de dag der faillietverklaring boedelschuld?
Samenvatting
De bepaling in art. 39 Fw dat de huurschuld vanaf de dag der faillietverklaring een boedelschuld is, ziet zonder meer op de huur van onroerende zaken. Ter zake de vraag of óók de huurprijs van roerende zaken vanaf de dag der faillietverklaring een boedelschuld is, bestaat in de rechtspraak en literatuur tot op heden geen eenstemmigheid. De kantonrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.