Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.2.5 Steunintensiteit en aanwending
Geldend
Geldend van 21-10-2023 tot 01-11-2027
- Bronpublicatie:
17-10-2023, Stcrt. 2023, 28651 (uitgifte: 20-10-2023, regelingnummer: WJZ/38036389)
- Inwerkingtreding
21-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-2023, Stcrt. 2023, 28651 (uitgifte: 20-10-2023, regelingnummer: WJZ/38036389)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het TKI wendt de PPS-programmasubsidie voor samenwerkingsprojecten zodanig aan dat:
- a.
er geen overschrijding plaatsvindt van de aanmeldingsdrempel, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel i, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, voor fundamenteel of industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling;
- b.
het samenwerkingsproject of een onderdeel hiervan waarvoor het TKI de aangevraagde PPS-programmasubsidie wenst aan te wenden, niet reeds is gestart of niet zal starten voorafgaand aan die aanwending van de PPS-programmasubsidie door het TKI;
- c.
wordt voldaan aan de voorwaarden in paragraaf 2.2.2, onderdeel 29, onder b, c of d, in samenhang met onderdeel 30, van de O&O&I-kaderregeling;
- d.
het totale bedrag aan steun dat voor een deelnemer in een samenwerkingsproject beschikbaar is niet meer bedraagt dan:
- 1°
80 procent van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op fundamenteel onderzoek;
- 2°
50 procent van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek;
- 3°
25 procent van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op experimentele ontwikkeling;
- e.
het totale bedrag dat voor een onderzoeksorganisatie in een samenwerkingsproject beschikbaar is niet meer bedraagt dan 80 procent van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op niet-economische activiteiten van de onderzoeksorganisatie in de vorm van onafhankelijk uitgevoerd fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of een combinatie van die vormen van onderzoek, en deze niet-economische activiteiten in de boekhouding van deze onderzoeksorganisatie ook als zodanig zijn opgenomen;
- f.
verzekerd is dat ondernemers en onderzoeksorganisaties onder transparante en redelijke voorwaarden in aanmerking komen voor deelname aan samenwerkingsprojecten die bijdragen aan het PPS-programma;
- g.
de subsidie uitsluitend wordt aangewend indien het bestaan van het samenwerkingsproject, en de verschuldigdheid van private bijdragen en private inzet in natura daaraan, kan worden aangetoond aan de hand van een schriftelijke ondertekende samenwerkingsovereenkomst, waarin tevens de wijze is beschreven waarop deelnemers aan het samenwerkingsproject zullen omgaan met de intellectuele eigendomsrechten die voortkomen uit dit project; en
- h.
de subsidie uitsluitend wordt ingezet indien het samenwerkingsproject bijdraagt aan de Nederlandse kennisinfrastructuur.
2.
De subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, zijn kosten als bedoeld in artikel 25, derde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
3.
Het percentage, genoemd in eerste lid, onderdeel d, onder 2°, wordt verhoogd met tien procentpunten, respectievelijk het percentage, genoemd in eerste lid, onderdeel d, onder 3°, wordt verhoogd met vijftien procentpunten, indien voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 25, zesde lid, onderdeel b, onder i, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
4.
Het TKI wendt de PPS-programmasubsidie voor innovatieactiviteiten zodanig aan dat:
- a.
bij netwerkactiviteiten:
- 1°
slechts aan derden verschuldigde kosten met betrekking tot de netwerkactiviteiten met PPS-programmasubsidie betaald worden;
- 2°
de opdrachtverlening door het TKI aan derden plaatsvindt op basis van transparante criteria en tegen marktconforme tarieven; en
- 3°
netwerkactiviteiten en hieruit voortkomende resultaten voor iedere MKB-ondernemer zonder onderscheid toegankelijk zijn, ofwel, indien de netwerkactiviteiten niet voortdurend en voor een ieder vrij toegankelijk zijn, per € 1.000 PPS-programmasubsidie minstens één MKB-ondernemer deelneemt aan de netwerkactiviteiten.
- b.
bij innovatieadviesdiensten:
- 1°
de door het TKI in te zetten innovatiemakelaars op basis van transparante en redelijke criteria geselecteerd worden;
- 2°
het totale bedrag aan PPS-programmasubsidie maximaal 100% bedraagt van de subsidiabele kosten verbonden aan een innovatieadviesdienst, uitgezonderd opleiding, met een maximum van € 10.000 per MKB-ondernemer over een periode van één jaar;
- 3°
het TKI van de in een kalenderjaar verleende PPS-programmasubsidie maximaal een bedrag van € 100.000 aanwendt voor innovatieadviesdiensten, of, indien 0,5% van de door het TKI in dat kalenderjaar verleende PPS-programmasubsidie een bedrag vertegenwoordigt van € 100.000 of meer, maximaal 0,5% van die PPS-programmasubsidie; en
- 4°
aan een MKB-ondernemer gedurende maximaal drie jaar innovatieadviesdiensten worden geleverd.
5.
De subsidiabele kosten, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, onder 2°, zijn kosten als bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdeel c, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
6.
Het TKI dat PPS-programmasubsidie ontvangt, neemt bij de aanwending van de PPS-programmasubsidie, indien van toepassing, de gemeenschappelijke ordening van de landbouwproducten in acht, bedoeld in artikel 40, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
7.
De PPS-programmasubsidie wordt aangewend binnen zes jaar na verlening.