RvdW 2018/189
Huur woonruimte. Vraag of Staat art. 1 Eerste Protocol EVRM schendt doordat verhuurders van (niet geliberaliseerde) woonruimte op grond van regelgeving geen ‘decent profit’ dan wel ‘minimal profit’ kunnen behalen (‘fair balance’ op regelgevingsniveau). Betekenis EHRM-rechtspraak.
HR 26-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:109
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05209
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:109, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2017
Essentie
Huur woonruimte. Vraag of Staat art. 1 Eerste Protocol EVRM schendt doordat verhuurders van (niet geliberaliseerde) woonruimte op grond van regelgeving geen ‘decent profit’ dan wel ‘minimal profit’ kunnen behalen (‘fair balance’ op regelgevingsniveau). Betekenis EHRM-rechtspraak.
Partij(en)
26 januari 2018
Arrest in de zaak van:
1. Stichting Fair Huur voor Verhuurders, te Maarssen,
2. Stichting Plantagehoek, te Loosdrecht,
3. Stichting tot Bevordering van Particulier Huizenbezit “Hippos”, te Loosdrecht,
4. Egelinck B.V., te Amsterdam,
eiseressen tot cassatie, adv.: mr. J.H.M. van Swaaij,
tegen
De Staat der Nederlanden, te Den Haag, verweerder in cassatie, adv.: mr. K. Teuben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.