RvdW 2018/759
Verbintenissenrecht. Kwijting voor betaling koopsom in akte; afstand van recht?
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:975
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/01199
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:975, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:146, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2017
- Wetingang
Art. 6:160 lid 2 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Kwijting voor betaling koopsom in akte; afstand van recht?
Kwijting houdt in beginsel niet meer in dan de verklaring ten bewijze dat betaling heeft plaatsgevonden, waartegen tegenbewijs openstaat (art. 6:48-49 BW in verband met art. 157 Rv). In een dergelijke verklaring ligt niet zonder meer tevens een kwijtschelding als bedoeld in art. 6:160 lid 2 BW besloten. Daartoe is vereist dat partijen zijn overeengekomen dat het verschuldigde bedrag niet geheel zou worden voldaan, of dat zij, bij wege van een vaststellingsovereenkomst, aan enige onzekerheid over de verschuldigdheid ervan een einde hebben willen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.