Rb. Rotterdam, 15-05-2020, nr. C/10/596327 / FA RK 20-3313
ECLI:NL:RBROT:2020:4779
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
15-05-2020
- Zaaknummer
C/10/596327 / FA RK 20-3313
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2020:4779, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 15‑05‑2020; (Beschikking)
Uitspraak 15‑05‑2020
Inhoudsindicatie
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg. Reguliere verplichte zorg en zorg in crisissituaties toegewezen.
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596327 / FA RK 20-3313
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 15 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. H.J. Naber te Dordrecht.
1. Procesverloop
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 30 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
de medische verklaring opgesteld door A. van Galen, psychiater, van 10 april 2020;
de zorgkaart (niet ingevuld);
het zorgplan van 5 maart 2020;
de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 mei 2020 Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
A. Matil, ambulant behandelaar, verbonden aan het FACT team van Antes.
1.2.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
2. Beoordeling
2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een kortdurende psychotische stoornis en een stoornis in het gebruik van een hypnoticum of anxiolyticum.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig financieel nadeel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Bij betrokkene is sprake van een uitgebreid waansysteem. Er zijn paranoïde wanen, vergiftigingswanen en haptische (lichamelijke) hallucinaties. Zo is hij er van overtuigd dat men hem beïnvloedt en vergiftigt via gas en elektriciteit dat in zijn lichaam gestraald wordt. Dit brandt op zijn huid en in zijn kraakbeen en dit gevoel gaat de hele dag door. Hij heeft daarom eerder de elektriciteitsdraden in een woning doorgeknipt en de gaskraan opengedraaid. Hij denkt ook dat er door zijn ex-partner een complot tegen hem is opgezet. Ook zijn moeder zou in dit complot zitten en zij zou hem met camera’s in de gaten houden. Dit heeft geleid tot een ruzie tussen beiden met als gevolg dat betrokkene zijn moeder heeft geslagen en een kokende vloeistof over haar hoofd heeft gegooid. Betrokkene gebruikt sinds zijn 15e drugs. Hij voelt zich vaak opgejaagd en gebruikt dan benzodiazepines. Dit verergert de psychotische belevingen van betrokkene. Daarnaast zorgt dit middelengebruik voor agressieve impulsdoorbraken bij betrokkene.
Het handelen van betrokkene wordt compleet beïnvloed door zijn psychotische belevingen. Dit is ook de reden dat betrokkene bij een eerdere opname de kliniek uiteindelijk heeft verlaten, hij ervaart op allerlei plekken psychotische belevingen waardoor hij onrustig en angstig wordt en vertrekt. Ter zitting verklaart betrokkene dat hij zich door zijn huidige behandelaren niet goed behandeld voelt omdat zij elektriciteit op hem gezet hebben.
De behandelaar verklaart ter zitting dat er bij betrokkene sprake is van een zorgelijke situatie. Betrokkene komt in aanraking met risicovolle personen en hij kan zichzelf hiertegen niet goed beschermen. Ook prostitueert betrokkene zichzelf. De behandelaar heeft in de afgelopen periode geprobeerd een behandelrelatie op te bouwen met betrokkene, maar dat is niet gelukt. Betrokkene is telefonisch niet bereikbaar en is afhoudend in contact.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Er is geen ziektebesef en –inzicht bij betrokkene. Hij vertelt ter zitting dat hij alleen financiële hulp wil en hulp om een beschermde woning te vinden. Er is langdurig geprobeerd om betrokkene vrijwillig in zorg te krijgen bij diverse instellingen (zoals Yulius en Youz), maar dit is niet gelukt door achterdocht en zijn psychotische belevingen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.2.3.
Het is, zo is ter zitting gebleken, de bedoeling van de behandelaar om deze verplichte zorg in de thuissituatie aan betrokkene te geven. Mocht dit niet lukken, dan is een opname noodzakelijk volgens de behandelaar. De rechtbank gaat ervan uit dat de wetgever heeft beoogd dat zorgverlening ter voorkoming van ernstig nadeel mogelijk moet zijn. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
2.2.4.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de onderstaande vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
‘Reguliere verplichte zorg’ De rechtbank acht de volgende vormen van reguliere verplichte zorg noodzakelijk gedurende zes maanden:
het toedienen van medicatie, andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;.
De in het zorgplan genoemde zorg zal naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel niet volledig kunnen wegnemen. Om die reden zal de rechtbank bepalen dat er tevens een andere vorm van reguliere verplichte zorg dient te worden verleend, te weten het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Uit de stukken en de toelichting daarop blijkt genoegzaam dat ook het periodiek blijven onderhouden van contact met het FACT team noodzakelijk is voor een succesvolle ambulante behandeling. De rechtbank wijst deze vorm van verplicht zorg eveneens toe en bepaalt dat het zorgplan moet worden gewijzigd zodat het in overeenstemming is met het bovenstaande.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’ In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg voor de duur van maximaal zes weken:
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het insluiten;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
het opnemen in een accommodatie.
Bij betrokkene is er sprake van een crisissituatie wanneer hij weigert om mee te werken aan een ambulante behandeling (waaronder gesprekken met het FACT team en medicatie inname), waardoor de reguliere vormen van verplichte zorg in een ambulante setting niet langer meer toereikend zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Het is dan van belang om in te kunnen grijpen met een klinische opname waar betrokkene tot rust kan komen en adequaat kan worden ingesteld op medicatie.
Als het gaat om opneming geruime tijd nadat de zorgmachtiging is verleend, moet aan die vrijheidsbeneming een recente medische beoordeling ten grondslag liggen. Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. (zie de nadere uitleg in ondermeer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47). In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na drie maanden vanaf heden de zorgaanbieder opnieuw uitvoering dient te geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, op voorwaarde dat hij niet bij de behandeling betrokken is.
2.2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Voor verplichte zorg waarin deze zorgmachtiging niet voorziet, kan dit slechts in noodsituaties worden toegepast. Dit gaat om incidentele verplichte zorg onder strikte voorwaarden als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 6 maanden.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat het zorgplan overeenkomstig rechtsoverweging 2.2.4. dient te worden aangepast;
3.4.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 november 2020.
Deze beschikking is op 15 mei 2020 mondeling gegeven door mr. D.I. Hendriks-van Wel, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 25 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.