NJFS 2010/190
Virtuele kinderporno valt in casu niet onder art. 240b Sr.
Rb. 's-Hertogenbosch 30-03-2010, ECLI:NL:RBSHE:2010:BL8876
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
30 maart 2010
- Magistraten
Mrs. F. van Laanen, J.M.P. Willemse, E.W. van den Heuvel
- Zaaknummer
01/821140-09
- LJN
BL8876
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSHE:2010:BL8876, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 30‑03‑2010
- Wetingang
Sr art. 240b
Essentie
Kinderporno. Nu het voor de gemiddelde kijker naar de onderhavige virtuele kinderporno onmiddellijk duidelijk is dat het gaat om gemanipuleerde afbeeldingen die niet realistisch zijn, is in casu geen sprake van schijnbare betrokkenheid van een kennelijke 18-minner.
Partij(en)
Vonnis van de Rechtbank 's‑Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen verdachte.
Uitspraak
Rechtbank:
De tenlastelegging
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 februari 2010.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 juni 2008 tot en met 22 januari 2009 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.