Einde inhoudsopgave
Wet onderstandsregeling ingevolge artikel 2 van de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 22-12-1951. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 09-07-1950
- Bronpublicatie:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Inwerkingtreding
22-12-1951, terugwerkend tot: 09-07-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
De onderstand, bedoeld in artikel 11, bedraagt voor hem, die ten tijde van het ontslag kostwinner was en deze hoedanigheid gedurende het genot van de onderstand, bedoeld in de artikelen 9 en 10, heeft behouden, voorzolang hij deze hoedanigheid ook verder behoudt:
80 ten honderd van het bedrag van het evenredige pensioen, hetwelk hem, ware hij in vaste dienst, volgens de alsdan voor hem op 5 Augustus 1949 van kracht zijnde bepalingen bij ontslag wegens welbewezen ziels- of lichaamsgebreken zou zijn toegekend.
2.
Voor een niet-kostwinner bedraagt deze onderstand 60 ten honderd van het in lid 1 bedoelde evenredige pensioen.