NJ 2021/57
Onderzoek ex art. 8 lid 3 sub a WVW 1994 en de eis dat ademanalyseapparaat moet worden bediend door daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.
HR 01-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1902, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
19/01876
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS255150:1
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Politierecht / Bevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1902, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:874, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2020
- Wetingang
Samenvatting
Met inwerkingtreding op 1 juli 2017 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer is het destijds geldende art. 7 Besluit alcoholonderzoeken vervallen. In eerdere rechtspraak heeft de HR geoordeeld dat dit voorschrift ertoe strekte de juistheid te waarborgen van het resultaat van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.