NJB 2017/489:Caribische zaak. Griffierecht. Bezwaren tegen de vastgestelde hoogte. Hoge Raad: 1. Verzet. Bezwaren tegen de beslissing van de griffier over de (hoogte van de) heffing of naheffing van griffierecht, al dan niet bij voorschot voldaan, kunnen alleen bij wijze van verzet naar voren worden gebracht. 2. Rechtsmiddelentermijn. Verschoonbare overschrijding. Onder de gegeven omstandigheden behoefde appellant niet erop bedacht te zijn dat hij in de ‘akte uitlating griffierecht’ niet mede bezwaar zou kunnen maken tegen de naheffing van het griffierecht en de hoogte van het daarmee gemoeide bedrag. Appellant moet alsnog in de gelegenheid worden gesteld in verzet te komen

NJB 2017/489

Caribische zaak. Griffierecht. Bezwaren tegen de vastgestelde hoogte. Hoge Raad: 1. Verzet. Bezwaren tegen de beslissing van de griffier over de (hoogte van de) heffing of naheffing van griffierecht, al dan niet bij voorschot voldaan, kunnen alleen bij wijze van verzet naar voren worden gebracht. 2. Rechtsmiddelentermijn. Verschoonbare overschrijding. Onder de gegeven omstandigheden behoefde appellant niet erop bedacht te zijn dat hij in de ‘akte uitlating griffierecht’ niet mede bezwaar zou kunnen maken tegen de naheffing van het griffierecht en de hoogte van het daarmee gemoeide bedrag. Appellant moet alsnog in de gelegenheid worden gesteld in verzet te komen

Documentgegevens:

HR 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:269

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 17 februari 2017
Magistraten: Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
Zaaknummer: 16/02310
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2017:269, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1170, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
Wetingang: (art. 35, 36 Ltbz)

Essentie

Caribische zaak. Griffierecht. Bezwaren tegen de vastgestelde hoogte. Hoge Raad: 1. Verzet. Bezwaren tegen de beslissing van de griffier over de (hoogte van de) heffing of naheffing van griffierecht, al dan niet bij voorschot voldaan, kunnen alleen bij wijze van verzet naar voren worden gebracht. 2. Rechtsmiddelentermijn. Verschoonbare overschrijding. Onder de gegeven omstandigheden behoefde appellant niet erop bedacht te zijn dat hij in de ‘akte uitlating griffierecht’ niet mede bezwaar zou kunnen maken tegen de naheffing van het griffierecht en de hoogte van het daarmee gemoeide bedrag. Appellant moet alsnog in de gelegenheid worden gesteld in verzet te komen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.