Oud-aandeelhouder is aansprakelijk voor VPB-schuld van HIR-bv

Documentgegevens:

HR (A-G) 04-06-2014, ECLI:NL:PHR:2014:536

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Datum: 4 juni 2014
Zaaknummer: 13/04128
Vakgebied(en): Invordering / Aansprakelijkheid
Vennootschapsbelasting (V)
Invordering (V)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Brondocumenten: Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2015
ECLI:NL:HR:2015:468, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:536, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2014
Wetingang: art. 40 en 49 lid 6, 7IW 1990; art. 32 lid 2 Instructie invordering 1990; art. 15e Wet VPB 1969

Essentie

Conclusie

1. Inleiding

1.1

Heden neem ik conclusie in de zaak met nummer 13/04128 naar aanleiding van het beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) van 8 augustus 2013, nr. 11/00937, ECLI:NL:GHAMS:2013:2029.1.

1.2

Belanghebbende was tot eind 2004 enig bestuurder en eigenaar van alle aandelen in [A] B.V. In 2000 heeft [A] B.V. onroerende zaken verkocht en heeft ter zake van de behaalde boekwinst een herinvesteringsreserve (hierna: hir) gevormd. Op 30 december 2004 heeft [A] B.V. een koopovereenkomst gesloten met [B] B.V. tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.