NJB 2019/27:Recht slachtoffer op kennisneming van stukken in de zin van art. 51b lid 1 Sv met het oog op beklag in een art. 12 Sv-procedure: kennisneming van stukken kan bij het uitblijven van vervolging voor het slachtoffer in het bijzonder van belang zijn met het oog op de beoordeling van zijn mogelijkheid om op de voet van art. 12 Sv beklag te doen bij het gerechtshof. Relevant hierbij zijn ook art. 51ac lid 2 en 3 Sv en art. 12f Sv. De voorzitter van het gerechtshof beslist over de kennisneming indien daarom wordt verzocht. De voorzitter kan op grond van art. 12f lid 2 Sv bepaalde stukken van kennisneming uitzonderen in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de opsporing of vervolging van strafbare feiten of op zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend. Noch het belang van het slachtoffer noch art. 6 en 11 van de Richtlijn 2012/29/EU en de wetsgeschiedenis, brengen mee dat art. 51b Sv aldus moet worden uitgelegd dat het slachtoffer aan die bepaling het recht kan ontlenen om met het oog op het doen van beklag als bedoeld in art. 12 Sv kennis te nemen van stukken