Asser Procesrecht 8 Arbitrage en bindend advies
Einde inhoudsopgave
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/187:187 Moment en geadresseerde van mededeling van vermoedelijke redenen tot wraking.
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/187
187 Moment en geadresseerde van mededeling van vermoedelijke redenen tot wraking.
Documentgegevens:
prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste, datum 01-06-2023
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uit de wet volgen drie momenten waarop een arbiter een mededeling van vermoedelijke redenen tot wraking (disclosure) moet doen: (i) het moment waarop hij wordt aangezocht (art. 1034 lid 1 Rv), (ii) bij benoeming (art. 1034 lid 2 Rv) en (iii) hangende een arbitraal geding (art. 1034 lid 3 Rv).
In het eerste geval, waarbij een vermoeden van een reden tot wraking bestaat op het moment waarop een persoon wordt aangezocht als arbiter op te treden (art. 1034 lid 1 Rv), dient deze persoon mededeling te doen aan degene die hem heeft aangezocht. Dit kan een partij, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.