BNB 2016/169
RVU-heffing. Non-activiteitsregeling is terecht aangemerkt als regeling voor vervroegde uittreding
HR 13-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:827, m.nt. A.L. Mertens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2016
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Van Hilten
- Zaaknummer
15/01185
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
A.L. Mertens
- JCDI
JCDI:ADS924123:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Loonbelasting / Eindheffing
Loonbelasting / Pensioenregeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:827, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2514, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2015
- Wetingang
Art. 32ba lid 6 Wet LB 1964
Essentie
RVU-heffing. Non-activiteitsregeling is terecht aangemerkt als regeling voor vervroegde uittreding
Samenvatting
De provincie Zeeland heeft de non-activiteitsregeling Zeeland 2013 ingevoerd. Deze regeling geeft werknemers van 57 jaar of ouder de mogelijkheid om met behoud van dienstverband non-activiteitsverlof te verkrijgen tot het bereiken van de AOW-leeftijd. In geschil is of deze regeling leidt tot verschuldigdheid van de zogenoemde RVU-heffing.
HR: Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een regeling voor vervroegde uittreding gaat het erom of de uitkeringen of verstrekkingen bedoeld zijn om te dienen ter overbrugging of aanvulling van het inkomen van de (gewezen) werknemer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.