Einde inhoudsopgave
Kadasterregeling 1994
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 27-05-2004
- Bronpublicatie:
18-05-2004, Stcrt. 2004, 97 (uitgifte: 01-01-2004, regelingnummer: 014918)
- Inwerkingtreding
27-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2004, Stcrt. 2004, 97 (uitgifte: 01-01-2004, regelingnummer: 014918)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
1.
Na voltooiing van het relaas van bevindingen worden hulpkaarten opgemaakt.
2.
Op de hulpkaarten worden voorgesteld:
- a.
in rood: de nieuwe lijnen;
- b.
in blauw: de lijnen die zullen vervallen;
- c.
in zwart: de onveranderde lijnen;
- d.
door signaturen in rood de nieuwe gemeente- en sectiegrenzen en in blauw de vervallen gemeente- en sectiegrenzen.
3.
Op de hulpkaarten worden de nieuwe nummers in zwart, de vervallen nummers in blauw en de niet veranderde nummers in rood vermeld.
4.
Bij bijhouding ten gevolge van een ingeschreven akte van verdeling als bedoeld in artikel 17 juncto artikel 119, vierde lid, van de Landinrichtingswet wordt van de oude toestand per vervallen kadastrale kaart een hulpkaart opgemaakt. Op een afzonderlijke hulpkaart worden de nieuwe nummers vermeld en wordt voor de figuratie verwezen naar het nieuwe minuutplan. In geval van kadastrale toepassing in de bestaande kadastrale kaart worden afzonderlijke hulpkaarten opgemaakt van de oude en de nieuwe toestand.
5.
Bij bijhouding ten gevolge van een ingeschreven akte van toedeling als bedoeld in artikel 207, eerste lid, van de Landinrichtingswet worden slechts hulpkaarten opgemaakt, voor zover die nodig zijn als aanduiding van hetgeen op de kadastrale kaarten komt te vervallen. Vermelding van de nieuwe perceelnummers geschiedt slechts, voor zover het een bestaande sectie betreft. In geval van toepassing in een bestaande kadastrale kaart worden afzonderlijke hulpkaarten opgemaakt van de oude en de nieuwe toestand.