BR 2014/79
Bij de aanwijzing van een Natura 2000-gebied spelen uitsluitend ecologische overwegingen een rol. Ook habitattypen en soorten die als zodanig geen reden voor aanwijzing van een Natura 2000-gebied zijn, worden in het aanwijzingsbesluit voor een voor andere wel kwalificerende habitattypen en soorten aangewezen Natura 2000-gebied opgenomen, tenzij hun voorkomen verwaarloosbaar is en zij geen bijdrage leveren aan de gunstige staat van instandhouding van het habitattype of de soort op nationaal niveau. Er kan voor deze habitattypen en soorten zo nodig zelfs een verbeteringsdoelstelling worden geformuleerd.
ABRvS 09-04-2014, ECLI:NL:RVS:2014:1239, m.nt. H.E. Woldendorp
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
9 april 2014
- Magistraten
Mrs. J.A.W. Scholten-Hinloopen, E. Helder en R. Uylenburg
- Zaaknummer
201306214/1/R2
- Noot
H.E. Woldendorp
- JCDI
JCDI:ADS918368:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:1239, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑04‑2014
- Wetingang
(Art. 10a Nb-wet 1998)
Essentie
Bij de aanwijzing van een Natura 2000-gebied spelen uitsluitend ecologische overwegingen een rol. Ook habitattypen en soorten die als zodanig geen reden voor aanwijzing van een Natura 2000-gebied zijn, worden in het aanwijzingsbesluit voor een voor andere wel kwalificerende habitattypen en soorten aangewezen Natura 2000-gebied opgenomen, tenzij hun voorkomen verwaarloosbaar is en zij geen bijdrage leveren aan de gunstige staat van instandhouding van het habitattype of de soort op nationaal niveau. Er kan voor deze habitattypen en soorten zo nodig zelfs een verbeteringsdoelstelling worden geformuleerd.
Samenvatting
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 15 juni 2011 in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.