NJB 2023/402:Onttrekking aan het verkeer, art. 36c Sr: in casu heeft de rechtbank niet vastgesteld dat sprake is van enig verband als bedoeld in deze bepaling tussen het voorwerp (een iPad) en één of meerdere van de bewezenverklaarde feiten (poging tot afdreiging, verkrachting, computervredebreuk en vernieling geautomatiseerd werk). In relatie tot een ander voorwerp (een Medion computerkast) heeft de rechtbank overwogen dat de belanghebbende ‘voor een aantal van de strafbare feiten gebruik gemaakt heeft van zijn computers’. Die overweging is echter onvoldoende nauwkeurig voor de vaststelling dat enig verband als bedoeld in art. 36c Sr bestaat tussen het voorwerp (de computerkast) en één of meerdere van de in de hoofdzaak bewezenverklaarde feiten.

NJB 2023/402

Onttrekking aan het verkeer, art. 36c Sr: in casu heeft de rechtbank niet vastgesteld dat sprake is van enig verband als bedoeld in deze bepaling tussen het voorwerp (een iPad) en één of meerdere van de bewezenverklaarde feiten (poging tot afdreiging, verkrachting, computervredebreuk en vernieling geautomatiseerd werk). In relatie tot een ander voorwerp (een Medion computerkast) heeft de rechtbank overwogen dat de belanghebbende ‘voor een aantal van de strafbare feiten gebruik gemaakt heeft van zijn computers’. Die overweging is echter onvoldoende nauwkeurig voor de vaststelling dat enig verband als bedoeld in art. 36c Sr bestaat tussen het voorwerp (de computerkast) en één of meerdere van de in de hoofdzaak bewezenverklaarde feiten.

Documentgegevens:

HR 24-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:85

Instantie: Hoge Raad
Datum: 24 januari 2023
Magistraten: Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
Zaaknummer: 21/03362
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Strafrecht algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2023:85, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2022
Wetingang: (art. 36c Sr; art. 552f Sv)

Essentie

Onttrekking aan het verkeer, art. 36c Sr: in casu heeft de rechtbank niet vastgesteld dat sprake is van enig verband als bedoeld in deze bepaling tussen het voorwerp (een iPad) en één of meerdere van de bewezenverklaarde feiten (poging tot afdreiging, verkrachting, computervredebreuk en vernieling geautomatiseerd werk). In relatie tot een ander voorwerp (een Medion computerkast) heeft de rechtbank overwogen dat de belanghebbende ‘voor een aantal van de strafbare feiten gebruik gemaakt heeft van zijn computers’. Die overweging is echter onvoldoende nauwkeurig voor de vaststelling dat enig verband als bedoeld in art. 36c Sr bestaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.