Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 10.22 (inhoud gedoogplichtbeschikking)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
23-03-2016, Stb. 2016, 156 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken: 33962)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-03-2023, Stb. 2023, 89 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
1.
Een gedoogplichtbeschikking bevat in ieder geval een beschrijving van:
- a.
de onroerende zaak waarop de beschikking betrekking heeft,
- b.
het werk van algemeen belang waarvoor de beschikking geldt,
- c.
de te verrichten activiteiten en de voorbereiding daarvan,
- d.
de plichten van de rechthebbende,
- e.
de rechten en plichten van de initiatiefnemer.
2.
De gedoogplichtbeschikking vermeldt of er voor bepaalde of onbepaalde tijd gebruik wordt gemaakt van de onroerende zaak.
3.
Als dat voor de instandhouding van het werk van algemeen belang nodig is, kan in de gedoogplichtbeschikking een gebied rondom het werk worden vastgesteld waarin in de beschikking te noemen activiteiten niet zijn toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de initiatiefnemer.
4.
Aan een gedoogplichtbeschikking kunnen voorschriften worden verbonden.