Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 45 [Zwangerschapsverlof]
Geldend
Geldend vanaf 03-08-2011
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 45 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
06-07-2011, Stb. 2011, 375 (uitgifte: 02-08-2011, kamerstukken: 32209)
- Inwerkingtreding
03-08-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2011, Stb. 2011, 375 (uitgifte: 02-08-2011, kamerstukken: 32209)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Het college verleent aan een wethouder op diens verzoek verlof wegens zwangerschap en bevalling. Het verlof gaat in op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts of verloskundige.
2.
Het college verleent aan een wethouder op diens verzoek verlof wegens ziekte, indien uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts blijkt dat niet aannemelijk is dat hij de uitoefening van zijn functie binnen acht weken zal kunnen hervatten.
3.
In het geval een wethouder vanwege zijn ziekte niet in staat is zelf het verzoek te doen, kan de burgemeester namens hem het verzoek doen indien de continuïteit van het gemeentelijk bestuur dringend vereist dat in vervanging van de wethouder wordt voorzien.
4.
Het verlof eindigt op de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan.
5.
Aan een wethouder wordt gedurende de zittingsperiode van de raad ten hoogste drie maal verlof verleend.