Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Zuid-Afrika inzake sociale zekerheid
Artikel 7 Identificatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2002, 226).
- Bronpublicatie:
16-05-2001, Trb. 2001, 155 (uitgifte: 14-09-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2002, Trb. 2002, 226 (uitgifte: 18-12-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Een uitkeringsgerechtigde of een lid van zijn of haar gezin dient een onweerlegbaar bewijs van identiteit over te leggen aan het desbetreffende bevoegde orgaan in het land waar hij of zij woont.
2.
Het bevoegde orgaan bedoeld in het eerste lid, stelt het desbetreffende bevoegde orgaan van de andere Partij ervan in kennis dat de identiteit van de uitkeringsgerechtigde of een lid van zijn of haar gezin onweerlegbaar is vastgesteld en overlegt een afschrift van het identiteitsbewijs1) aan dat bevoegde orgaan.
3.
De uitkeringsgerechtigde of een lid van zijn of haar gezin gebruikt een volgens het nationale recht van de landen van de respectieve Partijen aanvaard type identiteitsdocument.
Voetnoten
In de Engelse tekst ontbreekt, ten onrechte, het woord ‘document’.