NJ 2023/339
Faillissementsrecht. Steunvordering bestaande uit voor faillietverklaring verbeurde dwangsommen (art. 611e Rv).
HR 17-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1569
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 november 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
23/01252
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS933039:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1569, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:834, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑09‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2023
- Wetingang
Essentie
Faillissementsrecht. Steunvordering bestaande uit voor faillietverklaring verbeurde dwangsommen (art. 611e Rv).
Samenvatting
Onjuist is de rechtsopvatting dat de Hoge Raad in zijn arrest in de zaak ABN AMRO/Berzona (HR 11 juli 2014, NJ 2014/407, m.nt. F.M.J. Verstijlen) is teruggekomen van zijn arrest in de zaak Verhees/Octrooibureau Zuid (HR 20 september 1996, NJ 1997/640, m.nt. S.C.J.J. Kortmann). Art. 611e Rv verzet zich niet ertegen dat een vordering van een derde ter zake van voor de faillietverklaring verbeurde dwangsommen door de aanvrager wordt gebezigd als steunvordering. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.