Prg. 2018/44
Hoge Raad casseert. Dat het geding bij een verzoek om pleidooi aan de kantonrechter weer in volle omvang aan de orde kan komen en vertraging kan oplopen is niet zonder meer een goede reden om dit niet toe te staan.
HR 15-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3151
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/06178
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3151, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1170, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑12‑2016
- Wetingang
Art. 19, 134 Rv; art. 80 RO; art. 6 EVRM; art. 14 lid 1 IVBPR
Essentie
Procesrecht. Mocht kantonrechter verzoek om pleidooien afwijzen, omdat geding anders weer in volle omvang aan de orde kon komen en vertraging oplopen?
Nee. Verzoek om zaak te mogen bepleiten mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden afgewezen en rechter moet een afwijzing steeds goed motiveren.
Samenvatting
Advocaat en cliënt hebben een geschil over de betaling. De cliënt heeft de kantonrechter verzocht om pleidooi. De kantonrechter heeft dat verzoek niet gehonoreerd, omdat het in volle omvang weer aan de orde komen van de zaak niet gerechtvaardigd zou zijn en om de procedure niet onredelijk te vertragen. De cliënt komt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.