Einde inhoudsopgave
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Artikel 4 [Uitoefening koninklijke macht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
09-08-1985, Stb. 1985, 453 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18826 Overheid.nl: 18826)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-08-1985, Stb. 1985, 453 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18826Overheid.nl: 18826)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De koninklijke macht wordt in aangelegenheden van het Koninkrijk uitgeoefend door de Koning als hoofd van het Koninkrijk.
2.
De wetgevende macht wordt in aangelegenheden van het Koninkrijk uitgeoefend door de wetgever van het Koninkrijk. Bij voorstellen van rijkswet vindt de behandeling plaats met inachtneming van de artikelen 15 t/m 21.