Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (‘EOM’)
Artikel 22 Materiële bevoegdheid van het EOM
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Inwerkingtreding
20-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Het EOM is bevoegd voor strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/1371, en zoals omgezet in het nationale recht, ongeacht of dezelfde strafbare gedraging naar nationaal recht als een ander strafbaar feit kan worden gekwalificeerd. Voor de strafbare feiten bedoeld in artikel 3, lid 2, onder d), van Richtlijn (EU) 2017/1371, zoals omgezet in nationaal recht, is het EOM slechts bevoegd indien het in die bepaling beschreven opzettelijke handelen of nalaten betrekking heeft op het grondgebied van twee of meer lidstaten en er een totale schade van ten minste 10 000 000 EUR mee is gemoeid.
2.
Het EOM is eveneens bevoegd voor strafbare feiten die verband houden met deelneming aan een criminele organisatie als omschreven in Kaderbesluit 2008/841/JBZ en omgezet in het nationale recht, indien de strafbare activiteit van deze criminele organisatie het plegen van een van de in lid 1 bedoelde strafbare feiten inhoudt.
3.
Het EOM is ook bevoegd ter zake van andere strafbare feiten die onlosmakelijk verbonden zijn met strafbare gedragingen die binnen het toepassingsgebied/onder de werking van lid 1 van dit artikel vallen. De bevoegdheid met betrekking tot dergelijke strafbare feiten kan uitsluitend overeenkomstig artikel 25, lid 3, worden uitgeoefend.
4.
Het EOM is in geen geval bevoegd voor strafbare feiten met betrekking tot nationale directe belastingen, met inbegrip van daarmee onlosmakelijk verbonden strafbare feiten, en deze verordening laat de structuur en de werking van de belastingadministratie van de lidstaten onverlet.