NJ 1922, p. 16
Rb. Amsterdam, 18-03-1920
Rb. Amsterdam 18-03-1920, ECLI:NL:RBAMS:1920:68
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
18 maart 1920
- Magistraten
Voorzitter: Mr. G. T. J. de Jongh. Rechters: Mrs. J. Slingenberg en P. A. Rutgers van der Loeff.
- Zaaknummer
[192018/NJ_1922,_p._16]
- JCDI
JCDI:ADS99628:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:1920:68, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 18‑03‑1920
- Wetingang
(BW art. 162.)
Samenvatting
Verplichting van den man om zijne vrouw te onderhouden, ook wanneer zij door bijzondere omstandigheden niet met hem samenwoont, mits die omstandigheden niet aan de schuld der vrouw zijn te wijten. Eigen inkomsten der vrouw.
Partij(en)
C. v. B. H., eischeres, procureur Mr. J. H. Polenaar,
tegen:
J. A. D. L., wonende te Amsterdam, gedaagde, procureur Mr. F. G. N. Dammers.
Uitspraak
[p. 16 ►]
De Rechtbank, enz.;
In rechte; post, alia;
O., ten aanzien van het bij dupliek aangeroerde middel van niet'-ontvankelijkheid:
dat in het algemeen onder normale omstandigheden de man slechts verplicht is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.