Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 30-12-1997
- Bronpublicatie:
17-12-1997, Stb. 1997, 728 (uitgifte: 29-12-1997, kamerstukken: 25447)
- Inwerkingtreding
30-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-1997, Stb. 1997, 728 (uitgifte: 29-12-1997, kamerstukken: 25447)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
In deze wet wordt verstaan onder:
- a.
militair:
- 1°
degene die krachtens de Dienstplichtwet werkelijke dienst heeft verricht;
- 2°
degene die krachtens het Oorlogsvrijwilligersbesluit werkelijke dienst heeft verricht;
- 3°
degene die krachtens de Surinaamse Schutterijverordening 1941, dan wel krachtens de Antilliaanse Schutterij-landsverordening 1940 werkelijke dienst heeft verricht; of
- 4°
degene die onder de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden als dienst- of reserveplichtige bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger/Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (KNIL), dan wel krachtens het Dienstplichtbesluit voor Nederlands-Indië werkelijke dienst heeft verricht, tijdens die vervulling Nederlander was of in die periode geen Nederlander was maar thans op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers bij de toepassing van de Nederlandse wetgeving als Nederlander wordt behandeld, en die na afloop van zijn werkelijke dienst naar Nederland is vertrokken of teruggekeerd dan wel door de zorg van de Nederlandse regering is overgebracht naar Nederland.
- b.
werkelijke dienst:
- 1°
de door de militair bij de Nederlandse krijgsmacht in de periode van 1 januari 1938 tot en met 31 december 1962 verrichte militaire dienst krachtens de Dienstplichtwet;
- 2°
de door de militair bij de Nederlandse krijgsmacht in de periode van 1 januari 1938 tot en met 31 december 1962 verrichte militaire dienst krachtens het Oorlogsvrijwilligersbesluit;
- 3°
de door de militair in de periode van 1 januari 1938 tot en met 31 december 1962 krachtens de Surinaamse Schutterijverordening 1941 dan wel krachtens de Antilliaanse Schutterij-landsverordening 1940 verrichte militaire dienst; of
- 4°
de door de militair vóór 26 juli 1950 bij het KNIL verrichte militaire dienst krachtens het Dienstplichtbesluit voor Nederlandsch-Indië en de daarop berustende uitvoeringsregelingen;
- 5°
de tijd doorgebracht in hechtenis en tijd van ongeoorloofde afwezigheid wordt niet meegeteld bij de berekening van de werkelijke dienst;
- c.
weduwe: degene die
- 1°
met de militair was gehuwd en die in Nederland, Suriname of de Nederlandse Antillen woonde, dan wel naar Nederland is vertrokken of teruggekeerd dan wel door de zorg van de Nederlandse regering is overgebracht naar Nederland, dan wel
- 2°
gehuwd was met een militair die is overleden in het tijdvak ingaande 1 januari 1996 en eindigend op de dag na plaatsing van deze wet in het Staatsblad.
Onder weduwe wordt mede verstaan de weduwnaar van de vrouwelijke militair.