V-N 2019/59.20
Strafrechtelijk verwijt vereist dat de bij aanmaning gestelde termijn is verstreken
Hof 's-Hertogenbosch 11-09-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3311, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
11 september 2019
- Magistraten
Fortuin, Platschorre, Smit
- Zaaknummer
20-000385-19
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS172084:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2019:3311, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 11‑09‑2019
- Wetingang
art. 69 lid 2 AWR
Essentie
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat pas na het verstrijken van de door de inspecteur gestelde termijn een strafrechtelijk verwijt kan worden geconstateerd dat niet of niet tijdig aangifte is gedaan als bedoeld in art. 69 lid 1 AWR.
Samenvatting
De verdachte heeft zijn IB-aangifte niet op de daartoe gestelde datum (1 mei 2016) ingediend. In de daaropvolgende herinneringsbrief en aanmaning is de uiterste indieningsdatum verschoven naar 1 juli respectievelijk 12 augustus 2016. Omdat de verdachte zijn IB-aangifte (ook in voorafgaande jaren) niet indiende, wordt er, door het Handhavingsarrangement, een strafzaak aanhangig gemaakt. De tenlastelegging ziet alleen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.