NJB 2020/2815
Het hof wijst een noodweg aan. Het verbindt voorwaarden aan het gebruik van de noodweg en versterkt die met dwangsommen. Hoge Raad: 1. Dwangsommen. Medewerking van anderen. Onmogelijkheid. Voor zover voor de voldoening aan de hoofdveroordeling medewerking van anderen nodig is, dient de veroordeelde redelijkerwijs al het mogelijke te doen om ervoor te zorgen dat deze anderen hun noodzakelijke medewerking verlenen. Het is niet uitgesloten dat de veroordeelde aan deze inspanningsplicht heeft voldaan voordat de hoofdveroordeling wordt uitgesproken en dat dus op voorhand moet worden aangenomen dat het onredelijk is om meer inspanning en zorgvuldigheid te vergen, waarmee sprake is van onmogelijkheid. In dat geval kan een dwangsom niet haar functie als prikkel tot nakoming vervullen en is voor de oplegging daarvan geen plaats. 2. Noodweg. Voorwaarden. Gebruik van het bezwaarde erf. In het kader van de aanwijzing van een noodweg kan niet worden bepaald dat de eigenaar van het ingesloten erf ook delen van het bezwaarde erf mag gebruiken die niet zijn aangewezen als noodweg
HR 13-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1783
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02914
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Burenrecht en mandeligheid
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1783, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:490, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
Het hof wijst een noodweg aan. Het verbindt voorwaarden aan het gebruik van de noodweg en versterkt die met dwangsommen. Hoge Raad: 1. Dwangsommen. Medewerking van anderen. Onmogelijkheid. Voor zover voor de voldoening aan de hoofdveroordeling medewerking van anderen nodig is, dient de veroordeelde redelijkerwijs al het mogelijke te doen om ervoor te zorgen dat deze anderen hun noodzakelijke medewerking verlenen. Het is niet uitgesloten dat de veroordeelde aan deze inspanningsplicht heeft voldaan voordat de hoofdveroordeling wordt uitgesproken en dat dus op voorhand moet worden aangenomen dat het onredelijk is om meer inspanning en zorgvuldigheid te vergen, waarmee sprake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.