type: MNcoll: TF
Rb. Amsterdam, 06-12-2017, nr. C/13/638335 / KG ZA 17-1210
ECLI:NL:RBAMS:2017:9076
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
06-12-2017
- Zaaknummer
C/13/638335 / KG ZA 17-1210
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2017:9076, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 06‑12‑2017; (Kort geding)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2018:281
- Vindplaatsen
AR 2017/6481
Uitspraak 06‑12‑2017
Inhoudsindicatie
ING mocht haar bankrelatie met ontmoetingscentrum/saunaclub Yin Yang opzeggen. Het openbaar ministerie heeft onlangs bekend gemaakt dat Yin Yang wordt vervolgd voor witwassen, het uitvoeren van wisseltransacties zonder vergunning en valsheid in geschrifte.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/638335 / KG ZA 17-1210 MvdV/MN
Vonnis in kort geding van 6 december 2017
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YIN YANG EXPLOITATIE B.V.,
gevestigd te Roermond,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOCU B.V.,
gevestigd te Roermond,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROERDALHOEVE B.V.,
gevestigd te Melick,
4. de stichting
STICHTING CS BEDRIJVEN,
gevestigd te Roermond,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CS HORECA B.V.,
gevestigd te Roermond,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CS SAUNA B.V.,
gevestigd te Roermond,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MSB B.V.,
gevestigd te Roermond,
8. [eiser sub 8],
wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 9 november 2017,
advocaat mr. F.J.H.M. Berndsen te Breda,
tegen
naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A.L. de Vogel te Amsterdam.
Eisers zullen hierna afzonderlijk Yin Yang Exploitatie, Vocu, Roerdalhoeve, Stichting CS Bedrijven, CS Horeca, CS Sauna, MSB B.V. en [eiser sub 8] en gezamenlijk (in enkelvoud) Yin Yang c.s. worden genoemd. Gedaagde zal ING worden genoemd.
1. De procedure
Ter zitting van 22 november 2017 heeft Yin Yang c.s. gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. ING heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
- -
aan de zijde van Yin Yang c.s.: [eiser sub 8] (Ultimate Beneficiary Owner van Yin Yang c.s.), [naam 1] (zoon van [eiser sub 8] ) met mr. Berndsen.
- -
aan de zijde van ING: [naam 2] (werkzaam als bedrijfsjurist bij ING), [naam 3] (werkzaam als onderzoeker bij ING) met mr. De Vogel.
2. De feiten
2.1.
Eisers exploiteren sinds 1994 een ontmoetingscentrum in een pand aan de [adres] onder de naam “ [club] ”.
2.2.
Sinds 2008 heeft Yin Yang c.s. een bankrelatie met ING. Daarnaast is Stichting CS Bedrijven in 2008 een overeenkomst “verpakt afstorten” met ING aangegaan (hierna: de Overeenkomst).
2.3.
Op de Overeenkomst en de overige bancaire relaties tussen partijen zijn, voor zover van belang, de Algemene Bankvoorwaarden (hierna: ABV) en de Voorwaarden Zakelijke Rekening (hierna: VZR) van toepassing. In de artikelen 2, leden 1 en 2, en 35, lid 1, van de ABV is het volgende bepaald:
“Artikel 2 ZorgplichtWij hebben een zorgplicht. U bent ook zorgvuldig tegenover ons en u mag van onze dienstverlening geen misbruik maken.
1. Wij zijn bij onze dienstverlening zorgvuldig en houden hierbij zo goed mogelijk rekening met uw belangen. Dit doen wij op een manier die aansluit bij de aard van de dienstverlening. Deze belangrijke regel geldt altijd. Andere regels in de ABV of in de voor producten of diensten geldende overeenkomsten en de daarbij behorende bijzondere voorwaarden kunnen dit niet veranderen.
(…)
2. U bent zorgvuldig tegenover ons en houdt zo goed mogelijk rekening met onze belangen. U werkt eraan mee dat wij onze dienstverlening correct kunnen uitvoeren en aan onze verplichtingen kunnen voldoen. Hiermee bedoelen wij niet alleen onze verplichtingen tegenover u, maar bijvoorbeeld ook verplichtingen die wij in verband met onze dienstverlening aan u hebben tegenover toezichthouders of fiscale of andere (nationale, internationale of supranationale) autoriteiten. U geeft ons, als wij daarom vragen, de informatie en documentatie die wij daarvoor nodig hebben. Als het u duidelijk moet zijn dat wij die informatie of documentatie nodig hebben, geeft u die uit uzelf.
U mag onze diensten of producten alleen gebruiken waarvoor ze zijn bedoeld en hiervan geen misbruik (laten) maken. Denkt u bij misbruik bijvoorbeeld aan strafbare feiten of activiteiten die schadelijk zijn voor ons of onze reputatie of die de werking en betrouwbaarheid van het financiële stelsel kunnen schaden.
(…)
Artikel 35 Opzegging van de relatieU kunt de relatie opzeggen. Wij kunnen dit ook. Opzegging betekent dat de relatie eindigt en alle lopende overeenkomsten zo snel mogelijk worden afgewikkeld.
1. U kunt de relatie tussen u en ons opzeggen. Wij kunnen dit ook. Het is daarvoor niet nodig dat u in verzuim bent met de nakoming van een verplichting. Wij houden ons bij opzegging aan onze zorgplicht als genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Als u ons vraagt waarom wij de relatie opzeggen, dan laten wij u dat weten. (…)”
2.4.
In de artikelen 7, leden 3 en 4, en 9, lid 3, van de VZR is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
“7. Looptijd en beëindiging Overeenkomst
(…)
7.3
De Overeenkomst kan door de Bank op elk gewenst moment schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 60 dagen.7.4. In afwijking van het vorige lid is de Bank bevoegd de Overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen, zonder ter zake tot enige schadevergoeding te zijn gehouden, indien het recht of de plicht daartoe is opgenomen in wet- of regelgeving of wanneer de Rekeninghouder gebruik maakt of heeft gemaakt van diensten of producten van de Bank voor activiteiten of doeleinden die in strijd zijn met wet- en regelgeving, de goede naam van de Bank kunnen schaden of de integriteit van het financiële systeem kunnen aantasten.
(…)
9.3
In geval van (…) beslag ten laste van de Rekeninghouder is de Bank bevoegd de Overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen. (…)”
2.5.
Op 26 november 2016 heeft de politie een inval gedaan in de saunaclub. Het pand, de lockers van bezoekers en geparkeerde auto’s zijn doorzocht. Op die dag waren 307 geregistreerde bezoekers in de club aanwezig. Bij de doorzoeking is onder meer (in totaal) 2,55 gram cocaïne aangetroffen en 16 xtc-pillen. Verder zijn in en rond het pand (in auto’s van bezoekers) enkele busjes pepperspray, een stiletto, een stroomstootwapen, een taser en een hagelpatroon gevonden. Op diezelfde dag is strafrechtelijk beslag gelegd op de rekeningen van Yin Yang c.s. c.s. bij ING.
2.6.
Bij besluit van 23 februari 2017 heeft de burgemeester van de gemeente Roermond op grond van artikel 13b van de Opiumwet de sluiting van de club gelast voor de duur van 12 maanden, met ingang van 6 maart 2017. Tegen dit besluit is bezwaar gemaakt. Bij uitspraak van 29 maart 2017 (met zaaknummers AWB 17/579 en AWB 17/580) heeft de voorzieningenrechter van de afdeling bestuursrecht van de rechtbank Limburg het primaire besluit tot sluiting van de club geschorst, omdat Yin Yang c.s. voldoende aannemelijk had gemaakt dat de aangetroffen drugs vanwege de geringe hoeveelheid, niet bestemd waren voor verkoop of handel, maar alleen voor gebruik, zodat een ingrijpende maatregel als sluiting vooralsnog niet gerechtvaardigd was. Bij besluit van 18 juli 2017 heeft de burgemeester het bezwaar van Yin Yang c.s. ongegrond verklaard. Tegen dit besluit op bezwaar is beroep ingesteld. Zie r.o. 2.25.
2.7.
Bij brief van 23 februari 2017 heeft ING, met verwijzing naar de Wet financieel toezicht (hierna: de Wft) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: de Wwft) aan Yin Yang c.s. vragen gesteld naar aanleiding van (berichten in de media over) de politie-inval en mogelijke sluiting van de club. Een van de vragen betreft de herkomst van de grote hoeveelheden contant geld (in de periode van 14 februari 2016 tot 14 februari 2017 een bedrag van € 4.724.460,-) die Yin Yang c.s. op haar ING-rekening heeft laten afstorten.
2.8.
Bij e-mail van 2 maart 2017 heeft ING verzocht de gestelde vragen uiterlijk 14 dagen nadien te beantwoorden.
2.9.
Bij brief van 10 maart 2017 heeft ING de Overeenkomst met Stichting CS Bedrijven per direct opgezegd, omdat vermoed wordt dat Yin Yang c.s. betrokken is bij witwaspraktijken en/of vrouwenhandel, dat er drugs, wapens en cash geld zijn aangetroffen bij de politie-inval, omdat op diverse rekeningen van Yin Yang c.s. beslag is gelegd en omdat er met grote regelmaat grote sommen contant geld worden gestort op de rekening van onder meer Stichting CS Bedrijven, zonder dat duidelijk is wat de herkomst is van deze gelden. Verder heeft ING meegedeeld dat contante stortingen niet langer zijn toegestaan.
2.10.
Bij e-mail (met bijlagen) van 16 maart 2017 heeft [naam 4] namens [naam 5] (beiden verbonden aan KSG accountants & belastingadviseurs) de door ING gestelde vragen betreffende de bedrijfsvoering van de saunaclub beantwoord.
2.11.
Bij brief van 31 maart 2017 heeft ING aanvullende vragen gesteld aan (de accountant van) Yin Yang c.s., onder meer over het grote aantal betalingen met briefjes van € 200,- en € 500,-. Bij brief van 6 april 2017 heeft [naam 5] daarop (onder meer) het volgende geantwoord:
“Dat bezoekers een redelijke hoeveelheid contante bedragen meenemen is op zichzelf (…) niet vreemd. (…) De coupures van € 200,- of € 500,- die hiervoor gebruikt worden zouden afkomstig kunnen zijn uit het crimineel milieu maar kunnen ook net zo goed diezelfde dag bij een bank kunnen zijn verkregen. Hiervoor is niet meer nodig dan een telefonische bestelling vooraf.”
2.12.
Bij brief van 14 april 2017 heeft ING de bancaire relatie met Yin Yang c.s. per 14 juli 2017 opgezegd. In de brief is onder meer vermeld dat een situatie is ontstaan waarbij ING geen vertrouwen meer heeft dat de bancaire relatie kan worden voortgezet en dat zij onvoldoende inhoud kan geven aan de in de Wft en de in de Wwft opgedragen wettelijke taken. Vanwege de grote omvang van de cash stortingen, de grote hoeveelheden van briefjes van € 200,- en € 500,- (respectievelijk 650 en 1210), en de verontrustende berichten in de media kan ING niet voldoende garanderen dat haar rekeningen niet worden gebruikt voor het witwassen van illegaal verkregen gelden. In de brief staat ook dat ING reputatie- en integriteitsrisico’s tracht te voorkomen.
2.13.
Bij vonnis van 24 mei 2017 (met zaaknummer KG ZA 17-453) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de vordering van Yin Yang c.s. om, kort gezegd, ING te veroordelen de Overeenkomst met Stichting CS Bedrijven te continueren en de bankrelaties met Yin Yang c.s. ook na 14 juli 2017 te continueren, afgewezen. Yin Yang c.s. heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
2.14.
Bij het in voormeld hoger beroep gewezen arrest van 13 juli 2017 (met zaaknummer 200.217.520/01 SKG) heeft het gerechtshof Amsterdam (hierna: het hof) de gevorderde voorlopige voorzieningen in die zin toegewezen dat ING de bankrelatie ter zake van de zakelijke rekening met Stichting CS Bedrijven moet voortzetten tot 1 januari 2018. Het hof heeft overwogen dat Yin Yang c.s. de kans dient te krijgen om, zo nodig onder (ingrijpende) aanpassing van haar bedrijfsvoering en in afwachting van de definitieve beslissing over – en uitkomst van – vervolging door het openbaar ministerie, haar onderneming voort te zetten en zo mogelijk een andere bank te zoeken. Het daarmee gepaard gaande reputatie- en integriteitsrisico voor ING dient echter tot het minimum te worden beperkt. Van Yin Yang c.s. mag daarbij worden verwacht dat zij (r.o 3.8 van het arrest) “aan de banken met wie zij een nieuwe bankrelatie willen aangaan vergaande openheid van zaken over hun bedrijfsvoering geven en laten zien dat en hoe zij concrete en doeltreffende maatregelen hebben getroffen om het risico van betrokkenheid bij witwassen te verminderen, ook indien dit een min of meer ingrijpende wijziging meebrengt van de wijze waarop zij hun onderneming tot nog toe hebben gedreven. Daarbij valt te denken aan het actief terugdringen van de omvang van de contante betalingen in de onderneming en het niet langer accepteren van grote coupures van € 200 en € 500. Verder is te denken aan het ontwikkelen en implementeren van een specifiek en effectief toelatingsbeleid dat Yin Yang c.s. in staat stelt zo nodig de herkomst van de aangeboden contante betalingen te verifiëren en/of, bij gebreke daarvan, de desbetreffende klanten te weigeren, alsmede het implementeren van een administratief systeem dat Yin Yang c.s. zelf en zo nodig ook haar bank - ter uitvoering van de op die bank op grond van artikel 3 lid 2 Wwft rustende verplichtingen - in staat stelt onderzoek te doen naar de bron van de contante geldstromen binnen de onderneming.”
2.15.
Bij brief van 25 juli 2017 heeft ING aan Yin Yang c.s. meegedeeld dat zij bereid is om Yin Yang c.s. toe te staan om tot 1 januari 2018 via een waardetransportbedrijf beperkt girale stortingen op haar zakelijke rekening te laten ontvangen teneinde aan de noodzakelijke girale betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Verder heeft ING in de brief verzocht om de (legale) herkomst van alle (met name cash) gelden te verklaren die, al dan niet via het waardetransportbedrijf, aan ING worden aangeboden.
2.16.
Op 26 juli 2017 heeft Yin Yang c.s. met het waardetransportbedrijf SecurCash Nederland B.V. (hierna: SecurCash) een overeenkomst “CashCollect Basic” gesloten. Yin Yang c.s. heeft ING hier diezelfde dag per brief van op de hoogte gesteld en meegedeeld dat de herkomst van de gelden die via SecurCash aan ING worden aangeboden de entreegelden en baromzet betreffen en dat de entreegelden (zowel de contant als de giraal betaalde) kunnen worden geverifieerd aan de hand van het aantal uitgegeven polsbandjes en de op de barkaart gestorte bedragen. Verder heeft Yin Yang c.s. in de brief meegedeeld dat zij een anti-witwas protocol heeft opgesteld, de huisregels zijn aangescherpt en dat zij vanaf 15 juli 2017 geen biljetten van € 200,- en € 500,- meer aanneemt.
2.17.
Bij e-mail van 27 juli 2017 heeft ING, kort gezegd, meegedeeld dat de door Yin Yang c.s. verstrekte antwoorden en protocollen geen duidelijkheid geven over de herkomst van de door Yin Yang c.s. gestorte contante bedragen en dat ING daardoor niet voldoende gevolg kan geven aan haar verplichtingen op grond van de Wwft en Wft. In de brief wordt (nogmaals) verzocht om de (legale) herkomst van alle (met name cash) gelden te verklaren, die al dan niet via het waardetransportbedrijf, aan ING worden aangeboden.
2.18.
Per e-mail van 1 augustus 2017 heeft Yin Yang c.s. ING, in reactie hierop, aangeboden om van iedere storting een afschrift van de daarmee overeenstemmende kasbladen te doen toekomen alsmede van de daarop betrekking hebbende grootboekrekeningen. ING heeft Yin Yang c.s. diezelfde dag per e-mail laten weten dat door dit aanbod (alsnog) niet kan worden geverifieerd wat de herkomst is van de bij de saunaclub aangeboden contante betalingen. ING heeft geopperd dat Yin Yang c.s. de persoonsgegevens van een bezoeker kan koppelen aan het te verstrekken polsbandje (en als zodanig kan registreren), zodat een contante betaling kan worden gerelateerd aan de specifieke bezoeker.
2.19.
In een e-mailbericht van 3 augustus 2017 heeft Yin Yang c.s. aangegeven dat zij voor het verwerken van persoonsgegevens toestemming van de bezoekers nodig heeft en dat veel bezoekers dan -gezien de aard van de onderneming- voor een andere (sauna)club zullen kiezen. Yin Yang c.s. heeft aangeboden dat ING haar camerabeelden mag bekijken, zodat het aantal bezoekers kan worden geteld en kan worden vergeleken met de entreeopbrengsten.
2.20.
In een e-mailbericht van 4 augustus 2017 heeft ING ermee ingestemd om contante stortingen te accepteren via SecurCash, mits Yin Yang c.s. nadere passende maatregelen neemt ter verificatie van de legitieme herkomst van de contante gelden. Dit tot een maximaal maandelijks af te storten bedrag van € 400.000,- en uiterlijk tot 1 januari 2018. Yin Yang c.s. heeft dit diezelfde dag per e-mail geaccepteerd. Vervolgens heeft ING op dezelfde dag de gemaakte afspraken per brief bevestigd.
2.21.
In een e-mailbericht van 1 september 2017 heeft SecurCash Yin Yang c.s. laten weten dat haar bank, Rabobank, op grond van het resultaat van een Customer Due Diligence (hierna: CDD) onderzoek niet bereid is om contante gelden van Yin Yang c.s. te accepteren. Vervolgens is de overeenkomst op grond van artikel 8.3 van de algemene voorwaarden van SecurCash ontbonden.
2.22.
In oktober 2017 is het strafrechtelijk beslag op de rekening van Stichting CS Bedrijven opgeheven. In een e-mailbericht van 8 november 2017 heeft de officier van justitie K.W. van Damme van het Landelijk Parket Rotterdam (hierna: de officier van justitie) Yin Yang c.s. bericht dat ook alle overige (strafrechtelijke) beslagen zullen worden opgeheven met uitzondering van het beslag op de rekening(en) van Vocu.
2.23.
In een e-mailbericht van 1 november 2017 heeft de officier van justitie het volgende aan Yin Yang c.s. meegedeeld:
“(…) Uw clienten [eiser sub 8] zullen verder worden vervolgd voor witwassen van 140.000,- en het zonder vergunning uitvoeren van wisseltransacties in hun bedrijf YinYang.
Daarnaast worden zij ook verdacht van valsheid in geschrifte. Het lijkt erop – onder andere door analyse van de camerabeelden – dat de boekhouding niet correspondeert met de werkelijke omzet. (…)”
2.24.
Bij brief van 8 november 2017 heeft ING aan Yin Yang c.s. meegedeeld dat niet is gebleken dat Stichting CS Bedrijven actief de moeite heeft genomen om bij andere (eventueel buitenlandse) banken een zakelijke relatie aan te gaan, onderbouwd met de nodige openheid van zaken over de bedrijfsvoering en doeltreffende maatregelen om het risico van witwassen te verminderen. Ook heeft Stichting CS Bedrijven niet aangetoond welke informatie aan SecurCash en/of andere waardetransportdiensten is verstrekt om hen te overtuigen van de legitimiteit en integriteit van Stichting CS Bedrijven. ING heeft de bankrelatie met Stichting CS Bedrijven in de brief per 1 januari 2018 opgezegd.
2.25.
Na de mondelinge behandeling van dit kort geding heeft de voorzieningenrechter ambtshalve kennis genomen van de uitspraak van de rechtbank Limburg van 29 november 2017 (met zaaknummer AWB 17/2743) waarbij het beroep van Yin Yang c.s. gegrond is verklaard en het besluit van 18 juli 2017 is vernietigd. (zie r.o. 2.6)
3. Het geschil
3.1.
Yin Yang c.s. vordert samengevat dat ING op straffe van verbeurte van dwangsommen, wordt veroordeeld om de Overeenkomst met Stichting CS Bedrijven en de bankrelaties met Yin Yang c.s. te continueren, met veroordeling van ING in de proceskosten.
3.2.
Yin Yang c.s. heeft daartoe, kort gezegd, gesteld dat de enkele verdenking van (de eenmalige) vermeende betrokkenheid bij het witwassen van € 140.000,- en het zonder vergunning uitvoeren van enkele wisseltransacties geen, althans een onvoldoende zwaarwegende grond voor ING vormt om de overeenkomst niet de continueren en haar de deelname aan het girale betalingsverkeer te onthouden. Ook de berichten in de media over mogelijke misstanden bij de saunaclub en het vermeende reputatie- en integriteitsrisico voor ING vormen daartoe onvoldoende grond. Volgens Yin Yang c.s. heeft ING geen rekening gehouden met haar zwaarwegende belangen, nu het voor Yin Yang c.s. thans (nagenoeg) niet mogelijk is om een andere bank te vinden. Zowel de wijze van opzegging als de opzeggingen zelf zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
3.3.
ING voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
ING heeft allereerst gesteld dat Yin Yang c.s. niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de feiten en omstandigheden die het reputatie- en integriteitsrisico met zich brengen niet minder ernstig zijn geworden sinds het arrest van het hof. Yin Yang c.s. probeert slechts de verdenking en beslissing tot vervolging te bagatelliseren, maar dat doet niets af aan de ernst van de verdenkingen. Niet is gebleken van de ingrijpende aanpassingen in de bedrijfsvoering door Yin Yang c.s. of van de moeite om een andere bank te vinden. Daarnaast geldt dat Yin Yang Exploitatie, Vocu, Roerdalhoeve, CS Horeca, CS Sauna, MSB B.V. en [eiser sub 8] niet-ontvankelijk zijn in hun vordering, omdat zij de beëindiging van hun rekeningen onvoorwaardelijk hebben aanvaard. Alleen ten aanzien van de rekening van Stichting CS Bedrijven zijn rechten voorbehouden, aldus ING.
4.2.
Overwogen wordt als volgt. De stellingen van ING dat de situatie bij Yin Yang c.s. sinds het arrest van het hof van 13 juli 2017 niet is veranderd is onjuist. Er hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die een nieuwe belangenafweging op basis van de actuele stand van zaken rechtvaardigen. Dat Yin Yang Exploitatie, Vocu, Roerdalhoeve, CS Horeca, CS Sauna, MSB B.V. en [eiser sub 8] de beëindiging van de bankrelatie onvoorwaardelijk hebben aanvaard is onvoldoende onderbouwd en voorshands niet aannemelijk. Bovendien bestaat tussen Stichting CS Bedrijven en ING nog een bankrelatie.
4.3.
Voldoende aannemelijk is dat partijen een spoedeisend belang hebben bij een oordeel over de vraag of de bankrelatie tussen hen rechtsgeldig kan worden beëindigd, nu ING heeft aangekondigd de bankrelatie met Yin Yang c.s. per 31 december 2017 te zullen beëindigen en Yin Yang c.s. vanaf die datum geen gebruik meer kan maken van het bancaire systeem.
4.4.
Yin Yang c.s. vordert voortzetting van die bankrelatie. Een vordering tot voortzetting van een overeenkomst kan in kort geding worden toegewezen indien voorshands voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van de eisende partij zal volgen en indien van de eisende partij niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht.
4.5.
Uitgangspunt is dat ING op grond van het bepaalde in artikel 35 ABV en de artikelen 7.3, 7.4 en 9.3 van de VZR bevoegd is de overeenkomst met Yin Yang c.s. op te zeggen. In vervolg op hetgeen eerder door de voorzieningenrechter en het hof is beoordeeld is thans opnieuw aan de orde of voorshands voldoende aannemelijk is dat de opzegging door ING, gelet op alle omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij komt gewicht toe aan de in artikel 2, lid 1, ABV neergelegde zorgplicht op grond waarvan ING bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht dient te nemen en daarbij naar beste vermogen met de belangen van Yin Yang c.s. rekening dient te houden. Evenzeer komt gewicht toe aan de verplichting van Yin Yang c.s. om ingevolge artikel 2, lid 2, ABV eraan mee te werken dat ING aan haar verplichtingen jegens (onder meer) toezichthouders kan voldoen en om geen misbruik van haar diensten te (laten) maken, bijvoorbeeld door middel van activiteiten die schadelijk zijn voor de reputatie van ING en/of die de werking van de betrouwbaarheid van het financiële stelsel kunnen schaden.
4.6.
ING stelt zwaarwegende belangen te hebben bij het beëindigen van de bankrelaties met Yin Yang c.s.. ING had in de opzeggingsbrieven van 10 maart 2017 en 14 april 2017 al aangegeven dat zij, vanwege de grote omvang van de cash stortingen (€ 4.839.802,77 in de periode van 14 februari 2016 tot 14 februari 2017), de grote hoeveelheden briefjes van € 200,- en € 500,- die op de rekening van Stichting CS Bedrijven zijn gestort (650 respectievelijk 1210 voor een totaalbedrag van € 735.000,-), de verontrustende berichten in de media over witwassen, vrouwenhandel en/of betrokkenheid van [club] en de in november 2016 gelegde strafrechtelijke beslagen, niet voldoende kon garanderen dat haar rekeningen niet werden gebruikt voor het witwassen van illegaal verkregen gelden. Thans is daar de beslissing van het openbaar ministerie bijgekomen om [eiser sub 8] en [naam 1] niet alleen te vervolgen voor het witwassen van € 140.000,- ten behoeve van een vaste relatie en het als gevolg daarvan zonder vergunning uitvoeren van wisseltransacties in hun bedrijf, maar ook voor valsheid in geschrifte omdat de boekhouding van Yin Yang c.s. niet lijkt te corresponderen met de omzet. ING stelt niet te kunnen vertrouwen op de toezeggingen dat controle van de camerabeelden in relatie tot de polsbandjes inzicht geven in de herkomst van de contante gelden. Volgens ING rechtvaardigen deze omstandigheden, vanwege de daarmee gepaard gaande integriteits- en reputatierisico’s en vanwege de ernstige vertrouwensbreuk (opnieuw) dat de bankrelatie met Yin Yang c.s. wordt beëindigd.
4.7.
Yin Yang c.s. stelt dat de berichten in de media over mogelijke misstanden bij de saunaclub onvoldoende grond vormen voor opzegging van de bankrelatie, nu die berichten onjuist zijn. Er is onderzoek gedaan naar de betrokkenheid van Yin Yang c.s. bij witwaspraktijken waarbij bankbiljetten van € 500,- uit het criminele milieu zouden zijn vermengd met de contante omzet van de saunaclub. Ten aanzien van de witwasverdenking en het wisselen zonder vergunning stelt Yin Yang c.s. dat dit thans uitsluitend ziet op het enkele malen wisselen van biljetten van € 500,- voor biljetten van € 50,- tot een bedrag van € 60.000,- á € 70.000,-. [eiser sub 8] heeft dit gedaan als vriendendienst voor zijn vaste wijnhandelaar [naam 6] om diens in Aruba gekochte huis met contant geld te kunnen betalen. De witwasverdenking ziet thans dus niet (meer) op de herkomst van de door bezoekers betaalde entreegelden. Verder stelt Yin Yang c.s. dat de verdenking van valsheid in geschrifte niet tot een veroordeling zal leiden. Yin Yang c.s. vermoedt dat haar kassapersoneel meer polsbandjes aan bezoekers heeft uitgegeven dan dat er aan geld in de kassa’s is geteld en die entreegelden in eigen zak heeft gestoken. Yin Yang c.s. heeft daartoe camerabeelden aan de politie ter beschikking gesteld en inmiddels is een intern onderzoek ingesteld naar ongeoorloofde handelingen van haar personeel. Het is dus volgens Yin Yang c.s. niet zo dat er meer contant geld in de kassa’s zit dan de omzet rechtvaardigt. Bovendien meent Yin Yang c.s. dat ING niet mag vooruitlopen op een beslissing van de strafrechter. Volgens Yin Yang c.s. leveren de berichten in de media en de vervolgingsbeslissing van het openbaar ministerie onvoldoende zwaarwegend belang op voor beëindiging van de bankrelatie.
4.8.
Overwogen wordt als volgt. Gebleken is dat de beeldvorming in de media over de misstanden in de saunaclub op belangrijke onderdelen niet overeenstemmen met de feiten. Zo is tot nu toe geen bewijs aangetroffen van betrokkenheid bij vrouwenhandel en/of infiltratie door motorbendes. Wel is na de politie-inval een strafrechtelijk onderzoek gestart. Onlangs is bekend geworden dat de officier van justitie de [eiser sub 8] zal gaan vervolgen voor witwassen, wisseltransacties zonder vergunning en valsheid in geschrifte. [eiser sub 8] heeft ter zitting erkend dat hij zonder vergunning meermalen contant geld in kleine coupures heeft afgegeven in ruil voor bankbiljetten van € 500,- tot (in elk geval) een bedrag van € 60.000,- á € 70.000,-. ten behoeve van de contante aankoop van een huis van een zakenrelatie. Dit is een aanzienlijk bedrag.
4.9.
Yin Yang c.s. heeft inmiddels maatregelen getroffen om het risico van betrokkenheid bij witwassen te verkleinen. Zo accepteert zij sinds 15 juli 2017 geen biljetten van € 200,- en € 500,- meer, is het toegangsbeleid aangescherpt in die zin dat bezoekers (als entreevoorwaarde) moeten instemmen met een mogelijke fouillering en doorzoeking van tassen, is er sinds augustus 2017 een anti-witwasprotocol en verscherpte huisregels, hebben medewerkers op 27 september 2017 een Wwft-cursus gevolgd en wordt het giraal betalen van de toegangsprijs gestimuleerd (door iedere 50e girale betaler gratis toegang te verlenen).
Deze maatregelen gaan echter niet ver genoeg. Zoals door het hof (zie hiervoor onder 2.14) overwogen had het op de weg van Yin Yang c.s. gelegen grote openheid van zaken over de bedrijfsvoering te geven, mede om haar kansen op het aangaan van een relatie met een nieuwe bank te vergroten. Yin Yang c.s. heeft voorshands onvoldoende effectieve maatregelen getroffen die haar in staat stellen zo nodig de herkomst van contante betalingen te verifiëren. Ook heeft zij geen administratief systeem opgezet dat haar in staat stelt zelf - en eventueel haar (nieuwe) bank ter uitvoering van de verplichtingen op grond van de Wwft - onderzoek te doen naar de bron van de contante geldstromen binnen de onderneming. Dat met deze maatregelen haar klanten mogelijk niet altijd meer anoniem kunnen blijven is de prijs die Yin Yang c.s. moet betalen voor het verhoogde risico - voortvloeiend uit de aard van haar bedrijf - dat gebruik wordt gemaakt van uit misdrijf afkomstige gelden.
Daarbij komt dat niet aannemelijk is dat Yin Yang c.s. voldoende moeite heeft gedaan om een andere bank en/of een waardetransporteur te vinden waarbij die grote openheid van zaken is gegeven. Het in een zeer laat stadium benaderen van enkele banken op basis van een “korte situatieschets” kan nauwelijks als een serieuze poging worden opgevat om interesse bij die banken te wekken. Yin Yang c.s. heeft slechts een afwijzingsbrief van de Rabobank van 17 november 2017 en twee afwijzingen per e-mail op 13 november 2017 van SNS Bank en ABN Amro overgelegd. Andere Nederlandse en/of buitenslandse banken zijn kennelijk niet benaderd, hetgeen wel op haar weg had gelegen.
4.10.
De conclusie is dat voorshands niet kan worden aangenomen dat de opzegging van de relatie met Yin Yang c.s. naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Yin Yang c.s. heeft tot op heden onvoldoende concrete maatregelen genomen om het dreigend reputatie- en integriteitsrisico voor ING te verminderen. Dit had wel op haar weg gelegen, zeker vanwege de inmiddels bekendgemaakte vervolgingsbeslissing van het openbaar ministerie en gezien de aanwijzingen in het arrest van het hof. Yin Yang c.s. heeft aldus in strijd gehandeld met de zorgplicht als bedoeld in artikel 2, lid 2, ABV die zij jegens ING in acht dient te nemen. ING heeft bij het beëindigen van de relatie een groot en gerechtvaardigd belang. Zij kan naast het reputatie- en integriteitsrisico onvoldoende inhoud geven aan haar taak op grond van de Wft en Wwft.
De gevolgen voor de bedrijfsvoering van Yin Yang c.s. zullen vermoedelijk groot zijn. Op dit moment is er geen andere bank die de relatie wil overnemen. Daar staat tegenover dat Yin Yang c.s. kan worden verweten dat zij onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich onvoldoende heeft ingespannen om een andere bank bereid te vinden een relatie met haar aan te gaan. Mogelijk is nog een oplossing dat Yin Yang c.s. haar girale gelden, waar zij na opheffing van de strafrechtelijke beslagen weer over kan beschikken, via de bankrekening van een derde kan aanwenden voor haar bedrijfsvoering.
De belangenafweging valt al met al uit in het voordeel van ING.
De slotsom van het voorgaande is dat de vorderingen van Yin Yang c.s. worden afgewezen.
4.11.
Yin Yang c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ING worden begroot op:
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat 1.224,00
Totaal € 1.842,00
4.12.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorziening,
5.2.
veroordeelt Yin Yang c.s. in de proceskosten, aan de zijde van ING tot op heden begroot op € 1.842,00,
5.3.
veroordeelt Yin Yang c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- voor nasalaris te vermeerderen met € 68,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.J. Niersman, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2017.1.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 06‑12‑2017