Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Eerste lid. Vooral bij omvangrijke nieuwe wetten kan het de voorkeur verdienen dat de doorlopende nummering eerst na de afronding van de parlementaire behandeling door beide Kamers wordt aangebracht. Dit kan met name aangewezen zijn indien in verband met de doorlopende nummering ook verwijzingen in andere wetten of wetsvoorstellen moeten worden aangepast, bijvoorbeeld door middel van een invoeringswet. Indien de onderhavige bepaling wordt opgenomen, impliceert dit dat de voorzitter van de Tweede Kamer geen gebruikmaakt van zijn bevoegdheid tot vernummering, behoudens wat de leden van artikelen betreft (artikel 9.13 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer).
Tweede lid. Als bijlage bij het besluit wordt opgenomen een kopie van het origineel van de wet, waarop zijn aangegeven de wijzigingen die voortvloeien uit de bevoegdheid van de minister om de nummering van en verwijzingen naar artikelen e.d. aan te passen. Het besluit en de bijlage moeten aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden toegezonden tezamen met de gebruikelijke stukken die bij het verzoek om plaatsing in het Staatsblad aan deze afdeling moeten worden toegezonden.Anders dan bij een besluit tot plaatsing van de integrale tekst van een gewijzigde regeling (aanwijzing 6.22) wordt dit besluit niet gepubliceerd in het Staatsblad, maar enkel de aangepaste wettekst.