Einde inhoudsopgave
Wet op de kansspelen
Artikel 30 [Definities]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2021, 26 (uitgifte: 28-01-2021, kamerstukken: 35337)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2021, Stb. 2021, 269 (uitgifte: 10-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Kansspelbelasting (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;
- b.
behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;
- c.
kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is;
- d.
hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend:
- 1°
waar het café[lees: café-] en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en
- 2°
waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.
- e.
laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld is in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is.