NJ 1953/552
Vordering voor gewonen rechter na n.-o.verklaring verzoek door Raad v. h. Rechtsherstel.
HR 08-05-1953, ECLI:NL:HR:1953:159
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 mei 1953
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, van der Meulen, Losecaat Vermeer en de Jong
- Zaaknummer
[08051953/NJ_1953-552]
- Conclusie
Mr. Eggens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS134871:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1953:159, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑05‑1953
- Wetingang
(BW art. 1954; Rv art. 1.)
Essentie
Vordering voor gewonen rechter na n.-o.verklaring verzoek door Raad v. h. Rechtsherstel.
Samenvatting
Volgens het Hof stond het aan O. niet vrij om, nadat de I.T.F. bij den Raad v. h. rechtsherstel een verzoek had ingediend tot het doen herleven van een vordering op de Bank en nadat de Raad dit verzoek n.-o. had verklaard wegens het gemis aan rechtspersoonlijkheid bij verzoekster, t. b. v. de I.T.F. de Bank voor den gewonen rechter tot betaling van die vordering aan te spreken. Deze beslissing moet aldus worden begrepen, dat het O. rechtens niet vrijstond om ter bereiking van eenzelfde einddoel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.