RFR 2014/18
Familieprocesrecht. Huwelijksvermogensrecht. Is het bewijsaanbod terecht gepasseerd?
HR 22-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1380
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2013
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/05165
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- JCDI
JCDI:ADS915892:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1380, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:893, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
Familieprocesrecht. Huwelijksvermogensrecht.
Is het bewijsaanbod terecht gepasseerd?
Samenvatting
Partijen zijn van 29 augustus 1980 tot 4 april 2005 gehuwd geweest in gemeenschap van goederen. De vrouw heeft bij de rechtbank gevorderd om bij vonnis de verdeling vast te stellen van de huwelijksgoederengemeenschap, overeenkomstig haar voorstel. De man heeft hiertegen verweer gevoerd.
Bij eindvonnis van 5 augustus 2009 heeft de rechtbank de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot betaling aan de vrouw van een bedrag van € 91.636,78 wegens overbedeling en verrekening. De man is in beroep gekomen. Hij stelde daarbij dat zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.