Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001
Artikel 15 Uitgaven voor inkomensvoorzieningen; in aanmerking te nemen premies voor lijfrenten; waardeaangroei
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-06-2023, Stb. 2023, 217 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
1.
Voor de toepassing van artikel 3.127, eerste en vierde lid, van de wet, verstrekt de verzekeraar van een pensioen als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdelen a en b, van de wet aan de belastingplichtige een opgave van het bedrag van de in het voorafgaande kalenderjaar in de pensioenregeling van de belastingplichtige ingelegde premies voor ouderdomspensioen en partnerpensioen op of na pensioendatum voor zover dit bedrag het gevolg is van de toeneming van de diensttijd in dat voorafgaande kalenderjaar en exclusief de premie voor een compensatie als bedoeld in artikel 38s van de Wet op de loonbelasting 1964.
2.
In afwijking van het eerste lid verstrekt de verzekeraar van een pensioen als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdelen a en b, van de wet aan de belastingplichtige die met toepassing van artikel 38r van de Wet op de loonbelasting 1964 pensioen opbouwt een opgave van het bedrag van de in het voorafgaande kalenderjaar in de pensioenregeling van de belastingplichtige ingelegde premies voor ouderdomspensioen en partnerpensioen op of na pensioendatum voor zover dit bedrag het gevolg is van de toeneming van de diensttijd in dat voorafgaande kalenderjaar waarbij de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen premies worden bepaald overeenkomstig artikel 10a.25, tweede lid, van de wet.
3.
De opgave, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt door de verzekeraar binnen tien maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de ingelegde premies betrekking hebben, aan de belastingplichtige verstrekt.