NJ 2013/333
Herziening Vidgen (EHRM LJN BX3071 (Vidgen tegen Nederland) gegrond.
HR 04-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1782
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 juni 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/05222 H
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
Red. Aant.
- LJN
CA1782
- JCDI
JCDI:ADS127638:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA1782, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA1782, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2012
- Wetingang
Art. 6 lid 3 onder d EVRM; art. 457 lid 1, 465 lid 2 Sv
Essentie
Herziening cfm art. 457 lid 1 sub b Sv.
1. Ingevolge art. 465 lid 2 Sv moet de aanvrage tot herziening in verband met een uitspraak van het EHRM binnen drie maanden gedaan worden na het tijdstip waarop aanvrager met die uitspraak bekend is geraakt. Onder “de uitspraak van het EHRM” moet hier worden verstaan de uitspraak die ex art. 44 EVRM onherroepelijk is geworden.
2. Het EHRM heeft in de zaak Vidgen tegen Nederland (EHRM 10 juli 2012, LJN BX3071, NJ 2012/249) een schending van art. 6 lid 1 en lid 3 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.