ABRvS, 08-04-2005, nr. 200409869/1
ECLI:NL:RVS:2005:AT3732
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
08-04-2005
- Zaaknummer
200409869/1
- LJN
AT3732
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2005:AT3732, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 08‑04‑2005; (Hoger beroep)
Uitspraak 08‑04‑2005
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 21 oktober 2004, kenmerk KVI/2004101123, hebben verweerders broeikasgasemissierechten voor de periode 2005 tot en met 2007 toegewezen aan inrichtingen die vallen onder het systeem van de handel in broeikasgasemissierechten. Dit besluit is op 22 en 25 oktober 2004 aan belanghebbenden toegezonden; de kennisgeving is op 25 oktober 2004 gepubliceerd (Stcrt. 2004, nr. 205).
Partij(en)
200409869/1
Datum uitspraak: 8 april 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant],
en
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Economische Zaken,
verweerders.
1. Procesverloop
Bij besluit van 21 oktober 2004, kenmerk KVI/2004101123, hebben verweerders broeikasgasemissierechten voor de periode 2005 tot en met 2007 toegewezen aan inrichtingen die vallen onder het systeem van de handel in broeikasgasemissierechten. Dit besluit is op 22 en 25 oktober 2004 aan belanghebbenden toegezonden; de kennisgeving is op 25 oktober 2004 gepubliceerd (Stcrt. 2004, nr. 205).
Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 2 december 2004, bij de Raad van State ingekomen op 3 december 2004, beroep ingesteld.
Bij brief van 27 januari 2005 hebben verweerders een verweerschrift ingediend. Verweerders hebben op 10 februari 2005 een nader verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 februari 2005, waar appellant in persoon is verschenen en verweerders zich hebben doen vertegenwoordigen. Tevens is als partij gehoord de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "ENCI B.V.", vertegenwoordigd door mr. N.H. van den Biggelaar, advocaat te Den Haag.
2. Overwegingen
2.1.
In artikel 6:4, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is bepaald dat het instellen van beroep op een administratieve rechter geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij die rechter. Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, aanhef, Awb wordt een beroepschrift ondertekend. Wanneer degene die het beroepschrift heeft ondertekend niet voor zichzelf maar voor een ander in beroep komt, zal van de bevoegdheid tot het instellen van het beroep moeten blijken. Indien hieraan niet is voldaan kan het beroep ingevolge artikel 6:6 Awb niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
2.2.
Appellant heeft in het beroepschrift verklaard dat beroep wordt ingesteld namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "ENCI B.V." (hierna te noemen: ENCI B.V.). Daarbij heeft hij geen stukken overgelegd waaruit de gestelde vertegenwoordiging blijkt.
Bij aangetekende brief van 7 december 2004 is verzocht de gestelde vertegenwoordiging aan te tonen. Hiertoe is tot en met 21 december 2004 de gelegenheid geboden. Hierbij is vermeld dat, indien dat niet binnen de gestelde termijn gebeurt, er rekening mee moet worden gehouden dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Binnen deze termijn heeft appellant een verklaring overgelegd van Chr. Meyers, in diens hoedanigheid van directeur van ENCI B.V., waarin deze verklaart dat appellant zal optreden als gemachtigde van ENCI B.V. met betrekking tot het bestreden besluit van verweerders.
Blijkens het eveneens overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zuid-Limburg is de functie van Chr. Meyers procuratiehouder met als titel "director Lixhe/Maastricht" en is hij bevoegd ENCI B.V. te vertegenwoordigen tezamen met een andere gevolmachtigde, onverminderd de beperkingen als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de statuten, terzake van die besluiten waarvoor goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders is vereist.
Ingevolge artikel 12, eerste lid, aanhef en onder k, van de statuten van ENCI B.V. zijn aan de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders onderworpen de besluiten van de directie tot het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van die rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden.
Ter zitting is komen vast te staan dat de algemene vergadering van aandeelhouders niet vòòr 22 december 2004 goedkeuring heeft verleend, terwijl dit op grond van de statuten wel was vereist.
De gestelde vertegenwoordiging van ENCI B.V. is mitsdien niet binnen deze termijn aangetoond. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs geoordeeld zou moeten worden dat appellant niet in verzuim is geweest.
2.3.
Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.4.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, Voorzitter, en mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd en mr. Ch.W. Mouton, Leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Melse
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2005
191-376