Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit subsidies I en M
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
11-02-2015, Stb. 2015, 96 (uitgifte: 04-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2015, Stb. 2015, 96 (uitgifte: 04-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Onze Minister beslist voorts afwijzend op een aanvraag om subsidie indien:
- a.
door de toepassing van een de-minimisverordening, een bedrag aan de-minimis steun zou worden verstrekt dat hoger is dan geoorloofd op grond van deze verordening;
- b.
onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokkene de activiteiten kunnen financieren;
- c.
het onaannemelijk wordt geacht dat de activiteiten binnen een bij ministeriële regeling gestelde termijn kunnen worden voltooid;
- d.
het aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie worden uitgevoerd;
- e.
onvoldoende vertrouwen bestaat in de technische haalbaarheid van de activiteiten;
- f.
onvoldoende vertrouwen bestaat in de economische haalbaarheid van de activiteiten;
- g.
de activiteiten onvoldoende bijdragen aan de doelstellingen van de subsidie;
- h.
onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokkenen de capaciteiten hebben om de activiteiten naar behoren uit te voeren;
- i.
de kosten die in aanmerking komen voor subsidie niet aannemelijk of redelijk zijn;
- j.
het een aanvrager betreft, tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, zesde lid, onderdeel a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
- k.
er naar het oordeel van Onze Minister onaanvaardbaar risico bestaat dat de uitvoering van een voorgenomen activiteit een onevenredige inbreuk zal maken op de economische, ecologische of sociale dimensie van duurzaamheid.